75. ist der Auffassung, dass die Kommission neben ihren Beziehungen zum Europäischen Parlament und zum Europäischen Wirtschafts- und Sozialausschuss auch ihre Zusammenarbeit mit Verbraucherschutzorganisationen besser strukturieren sollte und dass diese Beziehungen als wichtiger Bestandteil der Überwachung der Einhaltung der Wettbewerbsvorschriften betrachtet werden sollten; stellt fest, dass deshalb der Dialog zwischen der GD Wettbewerb der Kommission und diesen Organisationen gefördert und intensiviert werden sollte;
75. is van mening dat, naast haar betrekkingen met het Parlement en met het Economisch en Sociaal Comité, de Commissie haar samenwerking met de consumentenorganisaties beter moet structureren en dat deze samenwerking moet worden beschouwd als een belangrijk element voor het toezicht op de naleving van de voorschriften inzake mededinging; merkt op dat om deze reden de dialoog tussen het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie en die organisaties moet worden aangemoedigd en versterkt;
