Bestehen in einem Aufnahmestaat Vorschriften über das Führen der Berufsbezeichnung im Zusammenhang mit einer der Tätigkeiten im Sinne des Artikels 1, so führen die Staatsangehörigen der übrigen Mitgliedstaaten, die die in den Artikeln 2 und 4 vorgesehenen Bedingungen erfuellen, die Berufsbezeichnung, die im Aufnahmestaat der betreffenden Berufsausbildung entspricht, und verwenden die entsprechende Abkürzung.
Wanneer in een ontvangende Lid-Staat voorschriften gelden voor het voeren van de beroepstitel voor een der in artikel 1 bedoelde werkzaamheden , voeren de onderdanen van de andere Lid-Staten die voldoen aan de voorwaarden , gesteld in de artikelen 2 en 4 , de beroepstitel die in het ontvangende land met deze voorwaarden inzake opleiding overeenkomt , en maken zij gebruik van de afkorting van deze titel .