Des Weiteren können die Mitgliedstaaten das Vorhandensein von Kastanienbäumen zulassen, sofern die in Absatz 3 festgesetzte Zahl von Bäumen in Bezug auf die beihilfefähigen Schalenobstbäume eingehalten wird.“
Bovendien kunnen de lidstaten de aanwezigheid van kastanjebomen toestaan indien de in aanmerking komende notenbomen voldoen aan het in lid 3 bepaalde inzake het aantal bomen”.