Vertaling van "behörde erinnert wurden " (Duits → Nederlands) :

32. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2 sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; erklärt, Kenntnis davon erhalten zu haben, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Fälle von Interessen berührenden Personalwechseln („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und bei Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;
32. neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om „draaideurgevallen”, die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;

33. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2 sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; erklärt, Kenntnis davon erhalten zu haben, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Fälle von Interessen berührenden Personalwechseln („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und bei Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;
33. neemt er kennis van dat de Autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; werd ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de Autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;

6. nimmt die Änderung der Verfahren der Behörde vom Dezember 2010 zur Umsetzung der sich aus Artikel 16 Absatz 2, sowie Artikel 17 und 19 des Statuts der Beamten der Europäischen Union und den Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften ergebenden Verpflichtungen, wie sie in der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates festgelegt sind, zur Kenntnis; hat Kenntnis davon erhalten, dass allen 20 Mitarbeitern, die 2010 die Behörde verließen, ein Schreiben mitgegeben wurde, in dem sie an ihre Verpflichtungen gegenüber der Behörde erinnert wurden; fordert die Behörde auf, die Anwendung ihrer Vorschriften und Verfahren zu verbessern, um Wechsel ihrer Mitarbeiter zwischen öffentlichem Dienst und Privatsektor („revolving door“) zu vermeiden, auf die der Europäische Bürgerbeauftragte vor kurzem hingewiesen hat; ist der Ansicht, dass Probleme bei der Umsetzung von Personalvorschriften und den Interessenerklärungen die Glaubwürdigkeit der Behörde erschüttern;
6. neemt er kennis van dat de autoriteit in december 2010 haar procedures heeft herzien om te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 16, lid 2, en de artikelen 17 en 19 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, zoals vermeld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad; is ervan in kennis gesteld dat in 2010 20 personeelsleden de autoriteit hebben verlaten die bij hun vertrek allen een brief hebben ontvangen waarin zij aan hun verplichtingen jegens de autoriteit zijn herinnerd; dringt bij de autoriteit aan op verdere verbetering van de toepassing van haar voorschriften en procedures om "draaideurgevallen", die de Europese ombudsman onlangs onder de aandacht heeft gebracht, te voorkomen; is van mening dat problemen bij de uitvoering van het personeelsstatuut en de belangenverklaringen de geloofwaardigheid van de autoriteit ondergraven;

26. erinnert daran, dass die Richtlinie über die Umweltverträglichkeitsprüfung und die Richtlinie über die strategische Umweltprüfung die Pflicht begründen, die Öffentlichkeit bereits während der Erarbeitung der Pläne zu konsultieren und nicht erst dann, wenn die Pläne bereits de facto von der kommunalen Behörde genehmigt wurden (wie es in vielen Fällen geschah, über die der Petitionsausschuss des Parlaments informiert wurde); erinnert in diesem Zusammenhang auch daran, dass dieses Verfahren auch im Falle wesentlicher Änderungen vorhandener Pläne einzuhalten ist und dass die Pläne aktuell sowie statistisch genau und auf dem neusten Stand sein müssen;
26. herinnert eraan dat de milieueffectbeoordelingsrichtlijn en de strategische milieueffectbeoordelingsrichtlijn bepalen dat het publiek bij de opstelling van ontwikkelingsplannen moet worden geraadpleegd en niet – zoals dit in vele gevallen is gebeurd waarvan de Commissie verzoekschriften bij het Parlement op de hoogte is gesteld – pas nadat de plannen reeds de facto zijn goedgekeurd door de lokale instanties; herinnert er in dit verband ook aan dat bij elke substantiële wijziging van bestaande plannen dezelfde procedure moet worden gevolgd en dat die plannen actueel moeten zijn, geen onjuiste gegevens mogen bevatten en niet verouderd mogen zijn;

26. erinnert daran, dass die Richtlinie über die Umweltverträglichkeitsprüfung und die Richtlinie über die strategische Umweltprüfung die Pflicht begründen, die Öffentlichkeit bereits während der Erarbeitung der Pläne zu konsultieren und nicht erst dann, wenn die Pläne bereits de facto von der kommunalen Behörde genehmigt wurden (wie es in vielen Fällen geschah, über die der Petitionsausschuss informiert wurde); erinnert in diesem Zusammenhang auch daran, dass dieses Verfahren auch im Falle wesentlicher Änderungen vorhandener Pläne einzuhalten ist und dass die Pläne aktuell sowie statistisch genau und auf dem neusten Stand sein müssen;
26. herinnert eraan dat de milieueffectbeoordelingsrichtlijn en de strategische milieueffectbeoordelingsrichtlijn bepalen dat het publiek bij de opstelling van ontwikkelingsplannen moet worden geraadpleegd en niet – zoals dit in vele gevallen is gebeurd waarvan de Commissie verzoekschriften op de hoogte is gesteld – pas nadat de plannen reeds de facto zijn goedgekeurd door de lokale instanties; herinnert er in dit verband ook aan dat bij elke substantiële wijziging van bestaande plannen dezelfde procedure moet worden gevolgd en dat die plannen actueel moeten zijn, geen onjuiste gegevens mogen bevatten en niet verouderd mogen zijn;