Abweichend von Nummer 1 dieses Kapitels und Nummer 1 Buchstabe a Ziffer i des Kapitels I kann ein Mitgliedstaat oder auf dessen Entscheidu
ng seine zuständige Behörde nach Artikel 4 Absatz 3 genehmigen, dass ein Zuchtverband, der ein Zuchtprogramm mit reinrassigen Zuchttieren einer gefährdeten Rinder-, Schweine-, Schaf-, oder Ziegenrasse oder einer „robusten“ Schafrasse durchführt, ein Tier, das von Eltern und Großeltern abstammt, die in der Hauptabteilung oder zusätzlichen Abteilungen eines Zuchtbuchs d
er jeweiligen Rasse eingetragen ...[+++] sind, in die Hauptabteilung seines Zuchtbuchs einträgt.In afwijking van punt 1 van dit hoofdstuk en punt 1, onder a), i) van hoofdstuk I mag een lidstaat of, indien deze daartoe besluit, zijn i
n artikel 4, lid 3, bedoelde bevoegde autoriteit toestaan dat een stamboekvereniging die een fokprogramma uitvoert met raszuivere fokdieren van een met uitsterven bedreigd runder-, varkens-, schapen- of geitenras of van schapen van een landras, in de hoofdsectie van haar stamboek een dier inschrijft dat afstamt van ouders en g
rootouders die zijn ingeschreven of opgenomen in de hoofdsectie of aanvull
...[+++]ende secties van een stamboek van dat ras.