(3) Die Mitgliedstaaten beginnen — erforderlichenfalls mit Unterstützung internationaler oder anderer einschlägig tätiger Organisationen — baldmöglichst nach Eingang eines Antrags auf internationalen Schutz mit der Suche nach Familienangehörigen des unbegleiteten Minderjährigen und tragen gleichzeitig für sein Wohl Sorge.
3. Nadat een verzoek om internationale bescherming is ingediend, beginnen de lidstaten zo spoedig mogelijk met het opsporen van de gezinsleden van de niet-begeleide minderjarige, met zijn belang voor ogen, waarbij indien nodig de hulp van internationale of andere betrokken organisaties wordt ingeroepen.