2. Die zentrale Behörde des Mitgliedstaats, in dem das Kind unmittelbar vor dem Verbringen oder Zurückhalten seinen gewöhnlichen Aufenthalt hatte, stellt innerhalb eines Monats nach Eingang der Informationen gemäß Absatz 1 bei den Gerichten dieses Mitgliedstaats Antrag auf Erlass einer Sorgerechtsentscheidung.
2. De centrale autoriteit van de lidstaat waar het kind onmiddellijk voordat het werd meegenomen of niet teruggezonden, zijn of haar gewone verblijfplaats had, wendt zich binnen een maand na ontvangst van de in lid 1 bedoelde informatie tot de rechterlijke instanties van die lidstaat ter verkrijging van een beslissing betreffende het gezag.