15. weist darauf hin, dass es in mit Dung, Gülle und organischen Abfällen betriebenen Biogasanlagen zum Austritt von Ammoniak kommen kann, was aber relativ leicht kontrollierbar ist, und dass Vorbeugungsmaßnahmen in den nationalen Rechtvorschriften über Biogasanlagen sowie in den Stützungsregelungen für diese vorgesehen werden sollten;
15. wijst erop dat biogasinstallaties op basis van mest, slib en organisch afval kunnen leiden tot hogere percentages uitloging van ammonia, maar verklaart dat dit neveneffect betrekkelijk eenvoudig kan worden ingedamd en dat preventieve maatregelen terzake moeten worden opgenomen in de nationale wetten betreffende biogasinstallaties alsmede in subsidieregelingen voor biogasinstallaties;