Das Europäische Parlament und der Rat stimmen unbeschadet der Kompetenzen der Haushaltsbehörde darin überein, dass der Übergang zu neuen Beschäftigungsbedingungen für akkreditierte parlamentarische Assistenten als solcher keine Erhöhung der Mittel erfordert, die dem Europäischen Parlament im Rahmen des Gesamthaushaltsplans der Europäischen Union zugewiesen wurden und in denen auch die Mittel für die Leistung der parlamentarischen Assistenten enthalten sein sollen. Dies betrifft jene Mittel, die zu diesem Zweck im Budget für das Haushaltsjahr 2008 enthalten sind, vorbehaltlich der Anpassung an den Preisindex.
“Niettegenstaande de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit zijn het Europees Parlement en de Raad het erover eens dat de overgang naar nieuwe arbeidsvoorwaarden voor geaccrediteerde parlementaire medewerkers op zichzelf geen toename vereist van de kredieten die zijn opgenomen in het onderdeel van de EU-begroting dat betrekking heeft op het Europees Parlement en die bedoeld zijn voor de betaling van parlementaire medewerkers, voor wat betreft de geïndexeerde kredieten die voor dit doel zijn opgenomen in de begroting voor boekjaar 2008.
