13. erinnert daran, dass ein ehrgeiziger Aspekt der Ottawa-Konvention die Festlegung von Zielen für die Minenräumung weltweit war und dass die ersten Fristen für die Minenräumung im Jahr 2009 liegen; stellt mit Bedauern fest, dass der langsame Fortgang der Räumung und der neue Einsatz von Landminen bei Konflikten bedeuten, dass diese Ziele ohne eine erneute Demonstration des politischen Willens und Mittelverpflichtungen nicht erreicht werden;
13. herinnert eraan dat een ambitieus aspect van het Mijnenverbodsverdrag de vaststelling was van doelstellingen voor het opruimen van mijnen in de gehele wereld en dat de eerste uiterste termijnen voor mijnopruiming in 2009 zullen aflopen; constateert tot zijn teleurstelling dat het langzame tempo bij het opruimen van mijnen en het nieuwe gebruik van landmijnen in conflicten betekenen dat deze doelstellingen niet zullen worden gehaald zonder een hernieuwde demonstratie van politieke wil en verbintenissen tot het toewijzen van financiële middelen;