Vertaling van "armee juli 2013 tausende " (Duits → Nederlands) :

C. in der Erwägung, dass in Ägypten seit der Machtergreifung durch die ägyptische Armee im Juli 2013 Tausende Demonstranten und politische Gegner inhaftiert worden sind und dass seit der Wahl von Präsident Al-Sisi im Mai 2014 unverändert Festnahmen und Fälle willkürlicher Inhaftierung stattgefunden haben; in der Erwägung, dass am 11. Juni 2014 ein Gericht Alaa Abdul Fattah – einen bekannten Aktivisten, der bei der Revolution von 2011 eine führende Rolle gespielt hat – und weitere Personen zu 15 Jahren Haft wegen Verstößen gegen das Gesetz 107 über das Recht auf öffentliche Zusammenkünfte, Prozessionen und friedliche Demonstrationen von 2013 (Demonstrationsgesetz) verurteilt hat; in der Erwägung, dass sich weitere bekannte Aktivisten, zu denen Mohammed Adel, Ahmed Douma und Ahmed Maher gehören, und führende Frauenrechtsaktivisten, wie Yara Sallam und Sana Seif, immer noch in Haft befinden; in der Erwägung, dass die Jugendbewegung des 6. April am 28. April 2014 durch ein Urteil des Gerichts für dringende Angelegenheiten in Kairo verboten wurde;
C. overwegende dat duizenden demonstranten en gewetensgevangenen in Egypte zijn vastgezet sinds het Egyptische leger in juli 2013 de macht overnam; overwegende dat arrestaties en gevallen van willekeurige detentie ook na de verkiezing van president al-Sisi in mei 2014 hebben plaatsgevonden; overwegende dat een rechtbank op 11 juni 2014 Alaa Abdel Fattah, een prominente activist die een leidende rol speelde in de revolutie van 2011, en anderen tot vijftien jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens schending van wet nr. 107 uit 2013 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen (demonstratiewet); overwegende dat andere prominente activisten, onder wie Mohamed Adel, Ahmed Douma en Ahmed Maher, evenals vooraanstaande vrouwenrechtenverdedigers, zoals Yara Sallam en Sana Seif, nog altijd gevangen zitten; overwegende dat de rechtbank van Caïro voor urgente aangelegenheden op 28 april 2014 toestemming heeft gegeven voor een verbod op de jeugdbeweging "6 april";

D. in der Erwägung, dass in Ägypten seit der Machtergreifung der ägyptischen Armee im Juli 2013 tausende Demonstranten und politische Gegner inhaftiert worden sind, und dass seit der Wahl von Präsident Al-Sisi im Mai 2014 unverändert Festnahmen und Fälle willkürlicher Inhaftierung stattgefunden haben; unter Hinweis darauf, dass am 11. Juni 2014 ein Gericht Alaa Abdul Fattah – einen bekannten Aktivisten, der bei der Revolution von 2011 eine führende Rolle gespielt hat – und weitere Personen zu 15 Jahren Haft wegen Verstößen gegen das Gesetz Nr. 107 über das Recht auf öffentliche Zusammenkünfte, Prozessionen und friedliche Demonstrationen (Demonstrationsgesetz) verurteilt hat; in der Erwägung, dass sich weitere bekannte Aktivisten, zu denen Mohamed Adel, Ahmed Douma und Ahmed Maher gehören, und führende Frauenrechtsaktivisten, wie Yara Sallam und Sana Seif, immer noch in Haft befinden; in der Erwägung, dass am 28. April 2014 durch ein Urteil des Gerichts für dringende Angelegenheiten in Kairo die Jugendbewegung des 6. April verboten wurde;
D. overwegende dat duizenden demonstranten en gewetensgevangenen in Egypte zijn vastgezet sinds het Egyptische leger in juli 2013 de macht overnam; overwegende dat arrestaties en gevallen van willekeurige detentie ook na de verkiezing van president al-Sisi in mei 2014 hebben plaatsgevonden; overwegende dat een rechtbank Alaa Abdel Fattah, een prominente activist die een leidende rol speelde in de revolutie van 2011, en anderen op 11 juni 2014 tot vijftien jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens schending van wet nr. 107 van 2013 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen (Demonstratiewet); overwegende dat andere prominente activisten, onder wie Mohamed Adel, Ahmed Douma en Ahmed Maher, evenals vooraanstaande vrouwenrechtenverdedigers, zoals Yara Sallam en Sana Seif, nog altijd gevangen zitten; overwegende dat de rechtbank van Caïro voor urgente aangelegenheden op 28 april 2014 toestemming heeft gegeven voor een verbod op de jeugdbeweging „6 april”;

D. in der Erwägung, dass in Ägypten seit der Machtergreifung der ägyptischen Armee im Juli 2013 tausende Demonstranten und politische Gegner inhaftiert worden sind, und dass seit der Wahl von Präsident Al-Sisi im Mai 2014 unverändert Festnahmen und Fälle willkürlicher Inhaftierung stattgefunden haben; unter Hinweis darauf, dass am 11. Juni 2014 ein Gericht Alaa Abdul Fattah – einen bekannten Aktivisten, der bei der Revolution von 2011 eine führende Rolle gespielt hat – und weitere Personen zu 15 Jahren Haft wegen Verstößen gegen das Gesetz Nr. 107 über das Recht auf öffentliche Zusammenkünfte, Prozessionen und friedliche Demonstrationen (Demonstrationsgesetz) verurteilt hat; in der Erwägung, dass sich weitere bekannte Aktivisten, zu denen Mohamed Adel, Ahmed Douma und Ahmed Maher gehören, und führende Frauenrechtsaktivisten, wie Yara Sallam und Sana Seif, immer noch in Haft befinden; in der Erwägung, dass am 28. April 2014 durch ein Urteil des Gerichts für dringende Angelegenheiten in Kairo die Jugendbewegung des 6. April verboten wurde;
D. overwegende dat duizenden demonstranten en gewetensgevangenen in Egypte zijn vastgezet sinds het Egyptische leger in juli 2013 de macht overnam; overwegende dat arrestaties en gevallen van willekeurige detentie ook na de verkiezing van president al-Sisi in mei 2014 hebben plaatsgevonden; overwegende dat een rechtbank Alaa Abdel Fattah, een prominente activist die een leidende rol speelde in de revolutie van 2011, en anderen op 11 juni 2014 tot vijftien jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens schending van wet nr. 107 van 2013 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen (Demonstratiewet); overwegende dat andere prominente activisten, onder wie Mohamed Adel, Ahmed Douma en Ahmed Maher, evenals vooraanstaande vrouwenrechtenverdedigers, zoals Yara Sallam en Sana Seif, nog altijd gevangen zitten; overwegende dat de rechtbank van Caïro voor urgente aangelegenheden op 28 april 2014 toestemming heeft gegeven voor een verbod op de jeugdbeweging "6 april";

F. unter Hinweis darauf, dass in Ägypten seit der Machtergreifung der ägyptischen Armee im Juli 2013 Tausende Demonstranten und politische Gegner inhaftiert worden sind, dass seit der Wahl des Präsidenten Al Sisi im Mai 2014 unverändert Festnahmen und Fälle willkürlicher Inhaftierung stattgefunden haben; unter Hinweis darauf, dass am 11. Juni 2014 ein Gericht Alaa Abdul Fattah – einen bekannten Aktivisten, der bei der Revolution von 2011 eine führende Rolle gespielt hat – und weitere Personen zu 15 Jahren Haft wegen Verstößen gegen das Gesetz 107 über das Recht auf öffentliche Zusammenkünfte, Prozessionen und friedliche Demonstrationen (Demonstrationsgesetz) verurteilt hat, dass weitere bekannte Aktivisten, zu denen Mohamed Adel, Ahmed Douma, Mahienour El-Massry und Ahmed Maher gehören, und führende Frauenrechtsaktivisten, wie Yara Sallam und Sana Seif, inhaftiert wurden und dass am 28. April 2014 durch ein Urteil des Gerichts für dringende Angelegenheiten in Kairo die Jugendbewegung des 6. April verboten wurde;
F. overwegende dat duizenden demonstranten en gewetensgevangenen in Egypte zijn vastgezet sinds het Egyptische leger in juli 2013 de macht overnam; overwegende dat arrestaties en gevallen van willekeurige detentie ook na de verkiezing van president al-Sisi in mei 2014 hebben plaatsgevonden; overwegende dat een rechtbank Alaa Abdel Fattah, een prominente activist die een leidende rol speelde in de revolutie van 2011, en anderen op 11 juni 2014 tot vijftien jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens schending van wet 107 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen uit 2013 (Demonstratiewet); overwegende dat andere prominente activisten, onder wie Mohamed Adel, Ahmed Douma, Mahienour El-Massry en Ahmed Maher, evenals vooraanstaande vrouwenrechtenverdedigers, zoals Yara Sallam en Sana Seif, nog altijd gevangen zitten; overwegende dat de rechtbank van Caïro voor urgente aangelegenheden op 28 april 2014 toestemming heeft gegeven voor een verbod op de jeugdbeweging „6 april”;

F. unter Hinweis darauf, dass in Ägypten seit der Machtergreifung der ägyptischen Armee im Juli 2013 Tausende Demonstranten und politische Gegner inhaftiert worden sind, dass seit der Wahl des Präsidenten Al Sisi im Mai 2014 unverändert Festnahmen und Fälle willkürlicher Inhaftierung stattgefunden haben; unter Hinweis darauf, dass am 11. Juni 2014 ein Gericht Alaa Abdul Fattah – einen bekannten Aktivisten, der bei der Revolution von 2011 eine führende Rolle gespielt hat – und weitere Personen zu 15 Jahren Haft wegen Verstößen gegen das Gesetz 107 über das Recht auf öffentliche Zusammenkünfte, Prozessionen und friedliche Demonstrationen (Demonstrationsgesetz) verurteilt hat, dass weitere bekannte Aktivisten, zu denen Mohamed Adel, Ahmed Douma, Mahienour El‑Massry und Ahmed Maher gehören, und führende Frauenrechtsaktivisten, wie Yara Sallam und Sana Seif, inhaftiert wurden und dass am 28. April 2014 durch ein Urteil des Gerichts für dringende Angelegenheiten in Kairo die Jugendbewegung des 6. April verboten wurde;
F. overwegende dat duizenden demonstranten en gewetensgevangenen in Egypte zijn vastgezet sinds het Egyptische leger in juli 2013 de macht overnam; overwegende dat arrestaties en gevallen van willekeurige detentie ook na de verkiezing van president al-Sisi in mei 2014 hebben plaatsgevonden; overwegende dat een rechtbank Alaa Abdel Fattah, een prominente activist die een leidende rol speelde in de revolutie van 2011, en anderen op 11 juni 2014 tot vijftien jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld wegens schending van wet 107 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen uit 2013 (Demonstratiewet); overwegende dat andere prominente activisten, onder wie Mohamed Adel, Ahmed Douma, Mahienour El-Massry en Ahmed Maher, evenals vooraanstaande vrouwenrechtenverdedigers, zoals Yara Sallam en Sana Seif, nog altijd gevangen zitten; overwegende dat de rechtbank van Caïro voor urgente aangelegenheden op 28 april 2014 toestemming heeft gegeven voor een verbod op de jeugdbeweging "6 april";

Artikel 81 § 2 des Gesetzes vom 28. Februar 2007, ersetzt durch Artikel 111 des Gesetzes vom 31. Juli 2013, bestimmt: « Die Offiziersanwärter können nur in den Dienstgrad als Unterleutnant bestellt werden, wenn sie die Prüfung über die effektive Kenntnis der zweiten Landessprache im Sinne von Artikel 3 des Gesetzes vom 30. Juli 1938 über den Sprachengebrauch in der Armee bestanden haben, und die Unteroffiziersanwärter können nur in den Dienstgrad als Sergeant bestellt werden, wenn sie die Prüfung über die gründliche Kenntnis der Sprache der Einheit, bei der sie werden dienen müssen, aufgrund von Artikel 8 des vorerwähnten Gesetzes vom 30. Juli 1938 nachgewiesen haben.
Artikel 81, § 2, van de wet van 28 februari 2007, zoals vervangen bij artikel 111 van de wet van 31 juli 2013, bepaalt : « De kandidaat-officier kan slechts in de graad van onderluitenant worden aangesteld indien hij geslaagd is voor het examen over de wezenlijke kennis van de tweede landstaal bedoeld in artikel 3 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, en kan de kandidaat-onderofficier slechts in de graad van sergeant worden aangesteld indien hij blijk heeft gegeven van de werkelijke kennis van de taal van de eenheid bij dewelke hij zal moeten dienen, krachtens artikel 8 van de voornoemde wet van 30 juli 1938.