(3) Die Unterstützung nach Absatz 1 Buchstabe a kann für einen Zeitraum von höchstens zwei Jahren für die Ausbildung von von dem betreffenden Mitgliedstaat arbeitslos anerkannten Personen unter 30 Jahren (in Folgenden „Praktikant“) gewährt werden.
3. De in lid 1, onder a), bedoelde steun kan gedurende ten hoogste twee jaar worden verleend voor de opleiding van personen die nog geen 30 jaar oud zijn en die door de lidstaat als werkloze zijn erkend.