(4) Für die Zwecke der Anwendung von Artikel 55 Absatz 1 Unterabsatz 2 der Richtlinie 2014/59/EU prüft die Abwicklungsbehörde, ob die in Absatz 3 Buchstabe b genannten Gründe einer Anerkennung oder Unterstützung der Wahrnehmung der Herabschreibungs- und Umwandlungsbefugnisse in keinem Fall der Anwendung solcher Befugnisse im Wege stehen.
4. Ten behoeve van de toepassing van artikel 55, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2014/59/EU beoordeelt de afwikkelingsautoriteit of de gronden waarvan sprake in lid 3, onder b), geen beletsel vormen voor de erkenning of ondersteuning van de uitoefening van de afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden in alle omstandigheden waarin deze bevoegdheden worden toegepast.