Folglich können, wenn das Jugendgericht über eine Massnahme zur Unterbringung des Kindes ausserhalb seines Familienkreises auf der Grundlage von Artikel 38 des Dekrets entscheidet, dessen Grosseltern aufgrund von Artikel 7 Absatz 2 vom des obengenannten Dekrets vom 4. März 1991 den Direktor für Jugendhilfe bitten, an der Anwendung dieser Massnahme beteiligt zu werden.
Wanneer de jeugdrechtbank op grond van artikel 38 van het decreet beslist het kind tijdelijk buiten zijn familiaal leefmilieu te huisvesten, kunnen zijn grootouders, op basis van artikel 7, tweede lid, van het voormelde decreet van 4 maart 1991, de directeur van de hulpverlening aan de jeugd verzoeken om bij de toepassing van die maatregel te worden betrokken.