Sofern ein Fahrzeug aus Sicherheitsgründen oder wegen höherer Gewalt Tiefseearten gemäß Absatz 1 in einem nicht vorgegebenen Hafen anlandet, unterrichtet der Fahrzeugführer die zuständigen Behörden unverzüglich über die angelandeten Fänge und legt eine Begründung für die Anlandung in einem nicht vorgegebenen Hafen vor.
Wanneer een vaartuig omwille van veiligheidsoverwegingen of overmacht diepzeesoorten zoals bedoeld in lid 1 aanlandt in een niet-aangewezen haven stelt de kapitein van het vaartuig onmiddellijk de bevoegde autoriteiten op de hoogte van de aangelande soorten en hoeveelheden, alsook van de redenen waarom hij in een niet-aangewezen haven heeft aangeland.