- erklärt die Artikel 9, 10 und 21 des Gesetzes vom 10. August 2015 « zur Anhebung des gesetzlichen Alters für die Ruhestandspension und zur Abänderung der Bedingungen für den Zugang zur Vorruhestandspension und des Mindestalters für die Hinterbliebenenpension » für nichtig, insofern sie das Alter für die Gewährung einer Hinterbliebenenpension für die in B.57.2 und B.57.3 erwähnten Personen auf 55 Jahre anheben;
- vernietigt de artikelen 9, 10 en 21 van de wet van 10 augustus 2015 « tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en tot wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd van het overlevingspensioen », in zoverre zij de leeftijd voor het toekennen van een overlevingspensioen optrekken naar 55 jaar voor de in B.57.2 en B.57.3 bedoelde personen;