6. Der Präsident des Europäischen Parlaments und der Vorsitz der Konferenz der Ausschussvorsitzenden können ihre Befugnisse nach diesem Artikel einem Vizepräsidenten bzw. einem anderen Ausschussvorsitz übertragen.
6. De Voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters kunnen hun bevoegdheden uit hoofde van dit artikel aan een ondervoorzitter, respectievelijk aan een andere commissievoorzitter delegeren.