Das vorerwähnte Erfordernis der Zuverlässigkeit, das mit dieser Besorgnis des Gesetzgebers zusammenhängt, fand Ausdruck in der Festlegung der Bedingungen für die Ausübung der betreffenden Tätigkeiten, sowohl in Bezug auf das leitende Personal als auch in Bezug auf des ausführende Personal; die Artikel 5 und 6 des Gesetzes vom 10. April 1990, die jeweils auf diese beiden Kategorien von Personen anwendbar und analog verfasst sind, erfordern es insbesondere, dass den betreffenden Personen keine strafrechtlichen Verurteilungen im Sinne dieser Bestimmungen auferlegt worden sind.
D
e vereiste van betrouwbaarheid die hiervoor werd aangehaald en verband houdt met die bekommernis van de wetgever, werd vertaald in de definitie van de voorwaarden van uitoefening van de in het geding zijnde activiteiten, zowel wat betreft het leidinggevend personeel als wat betreft het uitvoerend personeel; de artikelen 5 en 6 van de wet van 10 april 1990, die respectievelijk van toepassing zijn op elk van die beide categorieën
van personen en op analoge wijze zijn opgesteld, vereisen met name dat de betrokkenen geen strafrechtelijke veroordelingen hebb
...[+++]en opgelopen die in die bepalingen zijn gedefinieerd.
