14.
erkennt an, dass es kein perfektes System der Altersversorgung gibt und dass Pensions- und Rentensysteme und wirtschaftliche Gegebenheiten in jedem Mitgliedstaat unterschiedlich sind, i
st jedoch überzeugt davon, dass ein ausgewogenes Mehrsäulensystem öffentlicher, arbeitsbezogener und privater Systeme sowie von Systemen im Kapitaldeckungsverfahren und umlagefinanzierter Leistungen gefunden werden sollte; weist allerdings darauf hin, dass die Veran
...[+++]twortung für die Ausarbeitung eines ausgewogenen Mehrsäulensystems bei den Mitgliedstaaten liegt; ist der Ansicht, dass jeder Mitgliedstaat ein Mindesteinkommen als Ziel nach dem Eintritt in den Ruhestand definieren sollte um zu verhindern, dass die Armut in einer alternden Bevölkerung zunimmt;
14. erkent dat er geen perfect pensioenstelsel bestaat en dat de pensioenstelsels en economische omstandigheden in de lidstaten uiteenlopen, maar is ervan overtuigd dat er een uitgebalanceerd meerpijlerstelsel van overheids-, werkgebonden en privéregelingen, al dan niet aan pensioenfondsen gekoppeld, moet worden uitgedacht; wijst er echter op dat de verantwoordelijkheid voor het uitstippelen van een evenwichtig meerpijlerstelsel bij de lidstaten ligt; is van mening dat elke lidstaat een doel voor het minimuminkomen na pensionering moet definiëren om de stijgende armoede bij ouderen tegen te gaan;