Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "absatz 1 des polnischen strafgesetzbuchs zwei polizeibeamte " (Duits → Nederlands) :

Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 « über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte » in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absatz 2 und 80 des Strafgesetzbuches und mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Abs ...[+++]

Artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 « betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten », in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt v ...[+++]


« Verstößt Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der [zu einer Freiheitsstrafe] verurteilten Personen [und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte] in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absatz 2 und 80 des Strafgesetzbuches und mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Si ...[+++]

« Schendt artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden [tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten], in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt v ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt, ob die in Rede stehende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern sie « zur Folge hat, dass eine Person, die sich in einem Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet und durch das Korrektionalgericht wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das korrektionalisiert worden ist, verurteilt wird, eine bedingte Freilassung erst dann beanspruchen kann, wenn sie ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij « tot gevolg heeft dat een persoon die zich in staat van wettelijke herhaling bevindt in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek en die door de correctionele rechtbank wordt veroordeeld wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gecorrectionaliseerd, pas aanspraak kan maken op een voorwaardelijke invrijheidstelling nadat hij twee derden van zijn straf heeft ondergaan, terwijl een persoon die wegens dezelfde misdaad die in dezelfde omstandigheden is ...[+++]


Der Gerichtshof muss prüfen, ob es mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, dass eine Person, die durch das Korrektionalgericht nach Korrektionalisierung wegen Mordversuchs verurteilt wurde und die sich im Zustand des gesetzlichen Rückfalls im Sinne von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches befindet, erst nach Ableistung von zwei Dritteln ihrer Strafe für eine bedingte Freilassung in Frage kommt, während eine Pe ...[+++]

Het Hof dient te onderzoeken of het bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet dat een persoon die door de correctionele rechtbank, na correctionalisering, is veroordeeld wegens poging tot moord en die zich bevindt in staat van wettelijke herhaling in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, eerst na twee derden van zijn straf te hebben ondergaan in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidstelling, terwijl een persoon die wegens poging tot moord naar het hof van assisen is verwezen en die tot een criminele straf is veroordeeld, al na één derde van zijn straf te hebben ondergaan in aanmerking komt ...[+++]


Der Behandlungsunterschied in Bezug auf die Möglichkeit, nach Ableistung von einem Drittel beziehungsweise von zwei Dritteln der Gefängnisstrafe gemäß Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 für eine bedingte Freilassung in Frage zu kommen, ist die unmittelbare Folge der Feststellung des Zustands des gesetzlichen Rückfalls durch das Korrektionalgericht auf der Grundlage von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches.

Het verschil in behandeling op het stuk van de mogelijkheid om na één derde, respectievelijk twee derden, van het ondergaan van een gevangenisstraf, overeenkomstig artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006, in aanmerking te komen voor een voorwaardelijke invrijheidstelling, is het rechtstreekse gevolg van de vaststelling van de staat van wettige herhaling, door de correctionele rechtbank, op basis van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek.


Durch das Gesetz vom 2. Juni 2013 « zur Abänderung des Zivilgesetzbuches, des Gesetzes vom 31. Dezember 1851 über die Konsulate und die konsularische Gerichtsbarkeit, des Strafgesetzbuches, des Gerichtsgesetzbuches und des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, im Hinblick auf die Bekämpfung von Scheinehen und von vorgetäuschtem gesetzlichen Zusammenwohnen » wurde Artikel 167 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches abgeändert, um dem Prokurator d ...[+++]

De wet van 2 juni 2013 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen » heeft artikel 167, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd om de procureur des Konings de mogelijkheid te bieden de oorspronkelijke termijn van uitstel van twee maanden waartoe de ambtenaar van de burgerli ...[+++]


« Verstößt Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absätze 2 und 3 und 80 des Strafgesetzbuches und Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass eine Person, die durch ein Korrektionalgericht wegen eines im Zusta ...[+++]

« Schendt artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede en derde lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die door een correctioneel rechtscollege is veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een in staat van wettelijke herhaling gepleegde, gecorrectiona ...[+++]


in der Erwägung, dass Witold Tomczak beschuldigt wird, am 26. Juni 1999 in Ostrów Wielkopolski unter Verstoß gegen Artikel 226 Absatz 1 des polnischen Strafgesetzbuchs zwei Polizeibeamte bei der Ausübung ihrer Amtspflichten beleidigt zu haben; in der Erwägung, dass das Bezirksgericht in Ostrów Wielkopolski am 10. Januar 2005 nach mehrfachem Nichterscheinen Witold Tomczaks zu den Verhandlungen beschlossen hat, gemäß Artikel 377 Absatz 3 der polnischen Strafprozessordnung das Verfahren in Abwesenheit fortzusetzen,

overwegende dat Witold Tomczak ervan wordt beschuldigd op 26 juni 1999 twee politieagenten tijdens de uitoefening van hun ambt in Ostrów Wielkopolski te hebben beledigd, in strijd met artikel 226, lid 1 van het Poolse Strafwetboek; overwegende dat nadat Witold Tomczak een aantal keren verzuimde op de zittingen te verschijnen, de districtsrechtbank te Ostrów Wielkopolski op 10 januari 2005 in overeenstemming met artikel 377, lid 3 van het Poolse Wetboek van strafvordering besliste tot berechting bij verstek,


Aus dem Sachverhalt, der dem vorlegenden Richter unterbreitet wurde, und der Begründung der Verweisungsentscheidung geht hervor, dass der Hof gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches - in Verbindung mit Artikel 2 Absätze 1 und 3 Nr. 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 - mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äussern, insofern diese Gesetzesbestimmungen einen Behandlungsunterschied zwischen zwei ...[+++]gorien von Beschuldigten einführten, denen Taten zur Last gelegt würden, die einen Mordversuch darstellten und weniger als fünf Jahre, nachdem diesen Beschuldigten eine Gefängnisstrafe von wenigstens einem Jahr auferlegt worden sei oder diese verjährt sei, begangen hätten: einerseits diejenigen, bei denen die Ratskammer oder die Anklagekammer die Verweisung an das Korrektionalgericht wegen mildernder Umstände anordne, und andererseits diejenigen, bei denen das Untersuchungsgericht die Verweisung an den Assisenhof anordne.

Uit de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 2, eerste lid en derde lid, 2°, van de wet van 4 oktober 1867, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wetsbepalingen een verschil in behandeling zouden invoeren tussen twee categorieën van inverdenkinggestelden aan wie feiten worden verweten die een poging tot moord uitmaken en die zijn gepleegd minder dan vijf jaar nadat die inverdenkinggestelden een gevangen ...[+++]


in der Erwägung, dass Witold Tomczak beschuldigt wird, am 21. Dezember 2000 in der Galerie Zachęta in Warschau an der Skulptur „La Nona Ora“ — die den von einem Meteoriten getroffenen Papst Johannes Paul II. darstellt — Sachschaden in Höhe von 39 669 PLN (etwa 11 500 EUR) verursacht zu haben, was einen Verstoß gegen Artikel 288 Absatz 1 des polnischen Strafgesetzbuchs darstellt (2),

overwegende dat Witold Tomczak ervan wordt beschuldigd op 21 december 2000 in Galerie Zachęta te Warschau schade van naar schatting tegen de 39 669 PLN (ongeveer 11 500 EUR) te hebben toegebracht aan een beeldhouwwerk getiteld „het negende uur”, dat paus Johannes Paulus II voorstelt verpletterd door een steen, in strijd met artikel 288, lid 1 van het Poolse Wetboek van strafrecht (2),




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'absatz 1 des polnischen strafgesetzbuchs zwei polizeibeamte' ->

Date index: 2021-10-27
w