41. fordert, dass im Rahmen
der Überprüfung der Abkommen mit den südlichen ENP-Ländern erneut Augenmerk auf die uneingeschränkte Achtung der Religionsfreiheit – insbesondere aller religiöser Minderheiten – in den betroffenen Ländern gelegt wird; unterstreicht, dass die Religionsfreihe
it die Freiheit mit einschließt, entweder allein oder in Gemeinschaft mit anderen, sowohl öffentlich wie privat, seinen Glauben durch Gottesdienst, Unterricht, Bräuche und Riten auszudrücken, und dass diese Freiheit auch
das Recht umfassen ...[+++]muss, die Religion zu wechseln;
41. dringt er in de context van de herziening van de overeenkomsten met de zuidelijke ENB-landen op aan opnieuw aandacht te besteden aan volledige eerbiediging van de vrijheid van godsdienst, in het bijzonder van alle religieuze minderheden, in de betrokken landen; onderstreept dat godsdienstvrijheid ook inhoudt dat alleen of samen met anderen, in het openbaar of in privékring, uiting aan het geloof kan worden gegeven, en het geloof kan worden onderwezen, gepraktiseerd en beleden, en dat deze vrijheid ook het recht moet omvatten om van geloof te veranderen;