Vertaling van "aber mittels spezieller " (Duits → Nederlands) :

Umsätze nach Buchstabe a oder b, für die kein Vorsteuerabzugsrecht besteht, für die die Mehrwertsteuer aber mittels spezieller, in der Richtlinie 2006/112/EG nicht vorgesehener Erstattungs- oder Ausgleichsregelungen erstattet werden kann, auch wenn die jeweilige Erstattungs- oder Ausgleichsregelung auf nationalen Mehrwertsteuervorschriften basiert.
activiteiten als bedoeld onder a) en b) waarvoor de btw niet aftrekbaar is, maar wordt terugbetaald via specifieke regelingen of compensatiefondsen die niet onder Richtlijn 2006/112/EG vallen, ook als de regeling of het fonds bij de nationale btw-wetgeving is ingesteld.

Auf praktisch dem gesamten EU-Gebiet sind im Rahmen eines oder mehrerer ESI-Fonds Mittel speziell für Innovation in KMU vorgesehen; Förderbedingungen und Höhe der Mittel hängen aber von der Region, ihrer Strategie der intelligenten Spezialisierung und den Einzelzielen ab.
Voor bijna het hele grondgebied van de EU hebben één of meer ESI-fondsen budget bestemd voor kmo-innovatie, maar de voorwaarden en het beschikbare budget verschillen naargelang de regio, zijn strategie voor slimme specialisatie en specifieke doelstellingen.

c)Umsätze nach Buchstabe a oder b, für die kein Vorsteuerabzugsrecht besteht, für die die Mehrwertsteuer aber mittels spezieller, in der Richtlinie 2006/112/EG nicht vorgesehener Erstattungs- oder Ausgleichsregelungen erstattet werden kann, auch wenn die jeweilige Erstattungs- oder Ausgleichsregelung auf nationalen Mehrwertsteuervorschriften basiert.
c)activiteiten als bedoeld onder a) en b) waarvoor de btw niet aftrekbaar is, maar wordt terugbetaald via specifieke regelingen of compensatiefondsen die niet onder Richtlijn 2006/112/EG vallen, ook als de regeling of het fonds bij de nationale btw-wetgeving is ingesteld.

Diesen Verpflichtungen könnte mit zusätzlichen Mitteln speziell für Biodiversitätprojekte direkt nachgekommen werden, aber auch indirekt, indem Synergien mit anderen relevanten Finanzierungsquellen wie Mitteln zur Klimaschutzfinanzierung (z. B. EHS-Einkünfte, REDD+) und anderen innovativen Finanzierungsquellen wie Mittel, die vom Nagoya-ABS-Protokoll generiert werden, gewährleistet werden.
Deze verbintenissen kunnen direct worden nagekomen via aanvullende financiering voor biodiversiteit en indirect door synergieën met andere ter zake dienende financieringsbronnen, zoals klimaatfinanciering (bijvoorbeeld ETS-inkomsten, REDD+) en andere innovatieve financieringsbronnen, zoals de middelen die voortvloeien uit het protocol van Nagoya inzake toegang en batenverdeling.

Mitgliedstaaten oder Regionen, die ihren KMU solche Mittel anbieten wollen, müssen Finanzierungsprogramme aufstellen, die entweder speziell auf solche Vorschläge ausgerichtet sind, oder aber Finanzmittel für KMU-Instrument-Projekte im Rahmen allgemeinerer Förderprogramme bereitstellen, die mit nationalen oder EU-Vorschriften übereinstimmen.
De lidstaten of regio's die hun kmo's een dergelijke alternatieve financiering willen bieden, moeten financieringsregelingen vaststellen die of specifiek bedoeld zijn voor dergelijke voorstellen of financiering mogelijk maken voor projecten van het kmo-instrumenttype als onderdeel van bredere ondersteuningsregelingen met inachtneming van de nationale en de EU-regels.

111. unterstützt die Vorschläge, die von der Kommission für den Mehrjährigen Finanzrahmen 2014-2020 dahingehend vorgelegt wurden, dass spezielle Mittel zur Verstärkung der Investitionen und zur Förderung der Entwicklung und Anwendung von CO2-armen Technologien bereitgestellt werden sollen; befürwortet das Vorhaben, die klimaschutzbezogenen Mittel des gesamten MFR einzubeziehen und 20 % der Mittel des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) für Investitionen in erneuerbare Energie und Energieeffizienz vorzusehen, wobei es mit Nachdruck darauf hinweist, dass diesbezüglich eine wirksame Überwachung erfolgen muss; empfiehlt, dass die Kommission sicherstellen sollte, dass diese Mittel insbesondere eingesetzt werden, um die Mitgliedstaaten zu unterstützen, deren Potenzial, die Emissionen weit unter die festgelegten Zielwerte zu senken, zwar besonders groß ist, die aber nicht über die Kapazitäten verfügen, die erforderlichen Investitionen zu tätigen;
111. steunt de voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2014-2020 om specifieke middelen uit te trekken om voor meer investeringen te zorgen en de ontwikkeling en toepassing van koolstofarme technologieën te bevorderen; steunt het voornemen om de klimaatgerelateerde financiering te mainstreamen tot 20% van het totale MFK en 20% van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) te reserveren voor hernieuwbare energie en energie-efficiënte investeringen, maar benadrukt dat daar effectief toezicht op moet worden gehouden; adviseert de Commissie ervoor te zorgen dat van deze financiering specifiek gebruik wordt gemaakt om lidstaten te ondersteunen die over een groot potentieel beschikken om de uitstoot tot onder de bestaande streefdoelen te verminderen, maar niet over de capaciteit beschikken om de noodzakelijke investeringen te doen;

109. unterstützt die Vorschläge, die von der Kommission für den Mehrjährigen Finanzrahmen 2014-2020 dahingehend vorgelegt wurden, dass spezielle Mittel zur Verstärkung der Investitionen und zur Förderung der Entwicklung und Anwendung von CO2 -armen Technologien bereitgestellt werden sollen; befürwortet das Vorhaben, die klimaschutzbezogenen Mittel des gesamten MFR einzubeziehen und 20 % der Mittel des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) für Investitionen in erneuerbare Energie und Energieeffizienz vorzusehen, wobei es mit Nachdruck darauf hinweist, dass diesbezüglich eine wirksame Überwachung erfolgen muss; empfiehlt, dass die Kommission sicherstellen sollte, dass diese Mittel insbesondere eingesetzt werden, um die Mitgliedstaaten zu unterstützen, deren Potenzial, die Emissionen weit unter die festgelegten Zielwerte zu senken, zwar besonders groß ist, die aber nicht über die Kapazitäten verfügen, die erforderlichen Investitionen zu tätigen;
109. steunt de voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2014-2020 om specifieke middelen uit te trekken om voor meer investeringen te zorgen en de ontwikkeling en toepassing van koolstofarme technologieën te bevorderen; steunt het voornemen om de klimaatgerelateerde financiering te mainstreamen tot 20% van het totale MFK en 20% van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) te reserveren voor hernieuwbare energie en energie-efficiënte investeringen, maar benadrukt dat daar effectief toezicht op moet worden gehouden; adviseert de Commissie ervoor te zorgen dat van deze financiering specifiek gebruik wordt gemaakt om lidstaten te ondersteunen die over een groot potentieel beschikken om de uitstoot tot onder de bestaande streefdoelen te verminderen, maar niet over de capaciteit beschikken om de noodzakelijke investeringen te doen;

4. räumt ein, dass bestimmte nicht auf die Entwicklung ausgerichtete Maßnahmen wie die Erhöhung der Außenwirkung der Europäischen Union im Ausland und Aspekte der Hochschulbildung, der regionalen Integration, des Handels und der Zivilluftfahrt wichtig sind, da sie sich positiv auf die Beziehungen zwischen der Europäischen Union und ihren Partnerländern auswirken können, weist aber darauf hin, dass das DCI ein spezielles Instrument für die Entwicklung ist, das mit der rechtlichen Auflage verbunden ist, dass alle im Rahmen der geographischen Programme bereitgestellten Mittel und mindestens 90 % der im Rahmen der thematischen Programme bereitgestellten Mittel die vom Ausschuss für Entwicklungshilfe der Organisation für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung (OECD/DAC) aufgestellten Kriterien für offizielle Entwicklungshilfe erfüllen müssen; stellt fest, dass nicht als offizielle Entwicklungshilfe geltende Maßnahmen aus anderen Quellen finanziert werden sollten;
4. erkent het belang van sommige niet-ontwikkelingsactiviteiten, zoals de versterking van de zichtbaarheid van de EU in het buitenland, en bepaalde acties in verband met hoger onderwijs, regionale integratie, handel en civiele luchtvaart, aangezien deze positieve effecten kunnen hebben op de betrekkingen tussen de EU en haar partnerlanden, maar herinnert eraan dat het DCI een specifiek ontwikkelingsinstrument is waarbij wettelijk voorgeschreven is dat de volledige financiering uit hoofde van de geografische programma's en minstens 90% van de financiering uit hoofde van de thematische programma's openbare ontwikkelingshulp (ODA) conform de OECD/DAC-criteria moet zijn; wijst erop dat niet-ODA-activiteiten uit andere bronnen dienen te worden gefinancierd;

4. räumt ein, dass bestimmte nicht auf die Entwicklung ausgerichtete Maßnahmen wie die Erhöhung der Außenwirkung der EU im Ausland und Aspekte der Hochschulbildung, der regionalen Integration, des Handels und der Zivilluftfahrt wichtig sind, da sie sich positiv auf die Beziehungen zwischen der EU und ihren Partnerländern auswirken können, weist aber darauf hin, dass das DCI ein spezielles Instrument für die Entwicklung ist, das mit der rechtlichen Auflage verbunden ist, dass alle im Rahmen der geographischen Programme bereitgestellten Mittel und mindestens 90 % der im Rahmen der thematischen Programme bereitgestellten Mittel die vom OECD/DAC aufgestellten Kriterien für offizielle Entwicklungshilfe erfüllen müssen; stellt fest, dass nicht als offizielle Entwicklungshilfe geltende Maßnahmen aus anderen Quellen finanziert werden sollten;
4. erkent het belang van sommige niet-ontwikkelingsactiviteiten, zoals de versterking van de zichtbaarheid van de EU in het buitenland, en bepaalde acties in verband met hoger onderwijs, regionale integratie, handel en civiele luchtvaart, aangezien deze positieve effecten kunnen hebben op de betrekkingen tussen de EU en haar partnerlanden, maar herinnert eraan dat het DCI een specifiek ontwikkelingsinstrument is waarbij wettelijk voorgeschreven is dat de volledige financiering uit hoofde van de geografische programma's en minstens 90% van de financiering uit hoofde van de thematische programma's openbare ontwikkelingshulp (ODA) moet zijn conform de OECD/DAC-criteria: wijst erop dat niet-ODA-activiteiten uit andere bronnen dienen te worden gefinancierd;

7. STELLT mit Besorgnis FEST, dass der Anteil der Länder mit niedrigem Einkommen und der am wenigsten entwickelten Länder an der Entwicklungshilfe der Gemeinschaft, der von 32 % im Jahr 2000 auf 44 % im Jahr 2003 angestiegen war, 2004 um 0,8 % zurückgegangen ist, obwohl die Mittel, die im Jahr 2004 an diese Länder geflossen sind, um 10 % zugenommen haben; ERINNERT DARAN, dass er im November 2004 hervorgehoben hat, dass ein Weg gefunden werden müsse, um die Bemühungen verstärkt auf die Ärmsten auszurichten, und zwar speziell in Afrika, und ERSUCHT die Kommission, im nächsten Jahresbericht eine detailliertere Aufschlüsselung der Zahlungen an die verschiedenen Einkommensgruppen in den Empfängerländern unter Angabe der Gesamtbeträge und der prozentualen Anteile vorzulegen; dabei sollte der verhältnismäßig hohen Summe der Gesamtzahlungen (unter Einbeziehung von Tätigkeiten wie beispielsweise der regionalen Zusammenarbeit), die derzeit als "nicht zuzuweisen" bezeichnet werden, die aber nichtsdestoweniger in erheblichem Maße den am wenigsten entwickelten Ländern und anderen Ländern mit niedrigem Einkommen zugute kommen, Rechnung getragen werden; auch sollte die Kommission über Maßnahmen berichten, die dafür sorgen, dass Armut und Ungleichheit in Ländern mit mittlerem Einkommen verstärkt bekämpft werden;
7. NEEMT er met bezorgdheid KENNIS VAN dat, ondanks een toename met 10% in 2004 van de bedragen voor lage-inkomenslanden en minst ontwikkelde landen, het aandeel van deze bedragen in de communautaire ontwikkelingshulp, na een stijging van 32% in 2000 tot 44% in 2003, in 2004 met 0,8% is teruggevallen. HERINNERT ERAAN dat hij in november 2004 heeft benadrukt dat middelen moeten worden gevonden om meer de nadruk te leggen op de allerarmste landen, met bijzondere aandacht voor Afrika; en VERZOEKT de Commissie om in het volgende jaarverslag meer gedetailleerd aan te geven hoe betalingen worden verdeeld over de verschillende inkomensgroepen van begunstigde landen (zowel totaalbedragen als percentagegewijs), rekening houdend met het relatief grote aandeel van het cumulatieve bedrag der betalingen (onder meer voor activiteiten zoals regionale samenwerking) dat thans als niet toewijsbaar wordt vermeld, maar dat niettemin in hoge mate ten goede komt aan de minst ontwikkelde landen en andere lage-inkomenslanden; en tevens om verslag te doen van maatregelen ter verhoging van het effect op armoede en ongelijkheid in middeninkomenslanden;