Die Kläger in den Rechtssachen Nrn. 2346 und 2349 vertreten in ihrem Erwiderungsschriftsatz die Auffassung, dass der Standpunkt des Ministerrates, wonach die Flämische Gemeinschaftskommission nur ein dezentralisiertes Gebilde der Flämischen Gemeinschaft sei, nicht aufrechtzuerhalten sei, da dieses Gebilde an der Ernennung der Mitglieder der Regierung der Region Brüssel-Hauptstadt und an der Annahme eines Misstrauensantrags gegen diese Mitglieder beteiligt sei.
De verzoekers in de zaken nrs. 2346 en 2349 menen in hun memorie van antwoord dat het standpunt van de Ministerraad, als zou de Vlaamse Gemeenschapscommissie slechts een gedecentraliseerde entiteit van de Vlaamse Gemeenschap zijn, niet kan worden volgehouden nu die entiteit wordt betrokken bij de aanduiding van de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en bij de goedkeuring van een motie van wantrouwen tegen die leden.