Vertaling van "2013 sollte klargestellt " (Duits → Nederlands) :

Bezüglich des De-minimis- oder Frühwarnsystems gemäß Artikel 97 Absatz 3 bzw. Artikel 99 Absatz 2 der Verordnung (EU) Nr. 1306/2013 sollte klargestellt werden, dass die Verpflichtung zur Unterrichtung der Begünstigten über Abhilfemaßnahmen nicht besteht, wenn der Begünstigte umgehend Maßnahmen ergriffen hat.
Met betrekking tot de de-minimisregel of het systeem voor vroegtijdige waarschuwing als bedoeld in respectievelijk artikel 97, lid 3, en artikel 99, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013, moet worden verduidelijkt dat de verplichting om de begunstigde te informeren over corrigerende actie niet geldt indien de begunstigde al onmiddellijke actie heeft ondernomen.

Es sollte klargestellt werden, dass Gemische, Zubereitungen oder aus verschiedenen Bestandteilen bestehende Waren, die Erzeugnisse enthalten, die autonomen Zollkontingenten unterliegen, nicht unter den Anhang der Verordnung (EU) Nr. 1388/2013 fallen.
Er moet worden verduidelijkt dat mengsels, bereidingen of samenstellingen die producten bevatten waarvoor autonome tariefcontingenten gelden, niet onder de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 vallen.

Es sollte klargestellt werden, dass diese Bestimmung für die Zahlungen im Zusammenhang mit den Programmen zur Entwicklung des ländlichen Raums gemäß Artikel 6 der Verordnung (EU) Nr. 1305/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates (3) und denjenigen gemäß Artikel 15 der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 des Rates (4) gilt.
Er moet worden verduidelijkt dat die bepaling geldt voor de betalingen in verband met de programma's voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) en in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (4).

Um daher zu vermeiden, dass durch übermäßige Flexibilität der Grundsatz der rationellen und verantwortungsbewussten Nutzung der biologischen Meeresschätze beeinträchtigt, die Verwirklichung der Ziele der Gemeinsamen Fischereipolitik behindert und die biologische Lage der Bestände verschlechtert wird, sollte klargestellt werden, dass die Artikel 3 und 4 der Verordnung (EG) Nr. 847/96 nur für analytische TAC Anwendung finden, wenn die jahresübergreifende Flexibilität nach Artikel 15 Absatz 9 der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 nicht angewendet wird.
Om te voorkomen dat excessieve flexibiliteit het beginsel van een rationele en verantwoordelijke exploitatie van de levende biologische rijkdommen van de zee zou ondergraven, een belemmering zou vormen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en tot een verslechtering in de biologische toestand van de bestanden zou leiden, moet worden bepaald dat de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 alleen van toepassing zijn op analytische TAC's wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de jaarflexibiliteit als bedoeld in artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

Es sollte betont werden, dass 2013 eine Durchführungsverordnung der Kommission zur Verschärfung und Verbesserung der Risikobewertung und des Risikomanagementprozesses für GVO zur Verwendung in Lebens- und Futtermitteln erlassen wurde , in der insbesondere klargestellt wurde, welche wissenschaftlichen Daten bei einem Antrag auf Zulassung eines GVO vorzulegen sind.
Verder moet erop worden gewezen dat in 2013 een uitvoeringsverordening van de Commissie werd vastgesteld ter versterking en verbetering van de risicobeoordeling en het risicobeheer voor ggo’s voor gebruik als levensmiddelen en diervoeders.

5. begrüßt die wichtigsten von der Kommission auf Betreiben des Europäischen Parlaments durchgeführten Initiativen im Hinblick auf die Festlegung eines neuen europäischen Regulierungsumfelds in Bezug auf die Betrugsbekämpfungspolitik und insbesondere den Vorschlag für eine Richtlinie über die strafrechtliche Bekämpfung von gegen die finanziellen Interessen der Europäischen Union gerichtetem Betrug, mit der die strafrechtlichen Bestimmungen der Mitgliedstaaten in Bezug auf gegen den Haushalt der Union gerichtete Verstöße klargestellt und harmonisiert werden sollen (COM(2012)0363), den Vorschlag für eine Verordnung des Rates über die Errichtung der Europäischen Staatsanwaltschaft (COM(2013)0534), den Vorschlag für eine Verordnung betreffend die Agentur der Europäischen Union für justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen (Eurojust) (COM(2013)0535) sowie die Änderung der Verordnung (EG) Nr. 1073/1999 über die Untersuchungen des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) und die Stärkung der Verfahrensrechte der von einer OLAF-Untersuchung betroffenen Personen; erkennt an, dass diese einzelnen Rechtsakte unbedingt gut aufeinander abgestimmt und gründlich bewertet werden müssen; fordert den Rat auf, sich die notwendige Zeit zu nehmen und die Verhandlungen nicht unter Zeitdruck abzuschließen, um einen soliden europäischen Rechtsrahmen zu schaffen und die bestehenden Werkzeuge für den Schutz der finanziellen Interessen der Union auf institutioneller Seite zu stärken; betont, dass ein verfrühter Übergang zum Verfahren der verstärkten Zusammenarbeit vermieden werden sollte; begrüßt außerdem den Aktionsplan zur Verstärkung der Bekämpfung von Steuerbetrug und Steuerhinterziehung aus dem Jahr 2011 und die im gleichen Jahr eingeleitete Reform des Mehrwertsteuersystems in der EU;
5. is ingenomen met de belangrijkste initiatieven die de Commissie op verzoek van het Europees Parlement heeft genomen om een nieuw Europees wetgevingskader op het gebied van het fraudebestrijdingsbeleid vast te stellen, en in het bijzonder het voorstel voor een richtlijn betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt met als doel een verduidelijking en harmonisering van de strafrechtelijke bepalingen in de lidstaten betreffende strafbare feiten met betrekking tot de EU-begroting (COM(2012)363), het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (COM(2013)534) en het voorstel voor een verordening betreffende het EU-Agentschap voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) (COM(2013)535) , alsmede de toepassing van de wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door OLAF en de versterking van de procedurele rechten van personen die bij een OLAF-onderzoek zijn betrokken ; ziet in dat het belangrijk is dat deze verschillende rechtshandelingen goed uitgebalanceerd zijn en grondig worden geëvalueerd; verzoekt de Raad voldoende tijd te nemen en de onderhandelingen niet overhaast af te ronden, teneinde een robuust Europees kader tot stand te brengen en het bestaande institutionele luik van de bescherming van de financiële belangen van de Unie verder te verbeteren; onderstreept dat een voortijdige overstap naar de procedure van nauwere samenwerking moet worden voorkomen; neemt tevens met voldoening kennis van het actieplan ter intensivering van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking, en de hervorming van het btw-stelsel in de Unie, die beide in 2011 zijn opgestart;

5. begrüßt die wichtigsten von der Kommission auf Betreiben des Europäischen Parlaments durchgeführten Initiativen im Hinblick auf die Festlegung eines neuen europäischen Regulierungsumfelds in Bezug auf die Betrugsbekämpfungspolitik und insbesondere den Vorschlag für eine Richtlinie über die strafrechtliche Bekämpfung von gegen die finanziellen Interessen der Europäischen Union gerichtetem Betrug, mit der die strafrechtlichen Bestimmungen der Mitgliedstaaten in Bezug auf gegen den Haushalt der Union gerichtete Verstöße klargestellt und harmonisiert werden sollen (COM(2012)0363), den Vorschlag für eine Verordnung des Rates über die Errichtung der Europäischen Staatsanwaltschaft (COM(2013)0534), den Vorschlag für eine Verordnung betreffend die Agentur der Europäischen Union für justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen (Eurojust) (COM(2013)0535) sowie die Änderung der Verordnung (EG) Nr. 1073/1999 über die Untersuchungen des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) und die Stärkung der Verfahrensrechte der von einer OLAF-Untersuchung betroffenen Personen; erkennt an, dass diese einzelnen Rechtsakte unbedingt gut aufeinander abgestimmt und gründlich bewertet werden müssen; fordert den Rat auf, sich die notwendige Zeit zu nehmen und die Verhandlungen nicht unter Zeitdruck abzuschließen, um einen soliden europäischen Rechtsrahmen zu schaffen und die bestehenden Werkzeuge für den Schutz der finanziellen Interessen der Union auf institutioneller Seite zu stärken; betont, dass ein verfrühter Übergang zum Verfahren der verstärkten Zusammenarbeit vermieden werden sollte; begrüßt außerdem den Aktionsplan zur Verstärkung der Bekämpfung von Steuerbetrug und Steuerhinterziehung aus dem Jahr 2011 und die im gleichen Jahr eingeleitete Reform des Mehrwertsteuersystems in der EU;
5. is ingenomen met de belangrijkste initiatieven die de Commissie op verzoek van het Europees Parlement heeft genomen om een nieuw Europees wetgevingskader op het gebied van het fraudebestrijdingsbeleid vast te stellen, en in het bijzonder het voorstel voor een richtlijn betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt met als doel een verduidelijking en harmonisering van de strafrechtelijke bepalingen in de lidstaten betreffende strafbare feiten met betrekking tot de EU-begroting (COM(2012)0363), het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (COM(2013)0534) en het voorstel voor een verordening betreffende het EU-Agentschap voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) (COM(2013)0535) , alsmede de toepassing van de wijziging van Verordening (EG) nr. 1073/1999 betreffende onderzoeken door OLAF en de versterking van de procedurele rechten van personen die bij een OLAF-onderzoek zijn betrokken ; ziet in dat het belangrijk is dat deze verschillende rechtshandelingen goed uitgebalanceerd zijn en grondig worden geëvalueerd; verzoekt de Raad voldoende tijd te nemen en de onderhandelingen niet overhaast af te ronden, teneinde een robuust Europees kader tot stand te brengen en het bestaande institutionele luik van de bescherming van de financiële belangen van de Unie verder te verbeteren; onderstreept dat een voortijdige overstap naar de procedure van nauwere samenwerking moet worden voorkomen; neemt tevens met voldoening kennis van het actieplan ter intensivering van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking, en de hervorming van het btw-stelsel in de Unie, die beide in 2011 zijn opgestart;

2. vertritt die Auffassung, dass die Kohäsionspolitik einen Hauptbestandteil der erfolgreichen Durchführung der Strategie EU 2020 darstellt und dass eine gute eigenständige Kohäsionspolitik die Vorbedingung für erfolgreiches gemeinschaftliches Handeln der EU ist, da sie als wirksames Hilfsmittel zur Erreichung gemeinsamer Ziele dieser Strategie auf regionaler und lokaler Ebene beiträgt und eine erfolgversprechende Konsolidierung strategischer Ziele und lokaler Bedürfnisse mit dem Potenzial vor Ort ermöglicht; betont, dass die Kohäsionspolitik mit ihrer horizontalen Ausrichtung zu allen EU 2020-Zielen (intelligentes, nachhaltiges und integratives Wachstum) einen Beitrag leistet, und dass sich dies in der Struktur des Mehrjährigen Finanzrahmens nach 2013 widerspiegeln sollte; betont, dass die Ziele, die im Vertrag von Lissabon, jedoch nicht in der Strategie EU 2020 enthalten sind, ebenfalls verwirklicht werden sollten, und dass die Beziehung zwischen den Zielen der Strategie EU 2020 und anderen Zielvorgaben klargestellt werden sollte; unterstützt die Kommission bei der optimalen Nutzung der Synergien aus den bestehenden Fonds;
2. is van mening dat het cohesiebeleid een belangrijk instrument is voor de tenuitvoerlegging van de EU2020-strategie en dat een gezond, zelfstandig cohesiebeleid voorwaarde is voor geslaagd gemeenschappelijk optreden van de EU, daar het als doelmatig instrument bijdraagt tot verwezenlijking van gezamenlijke doelstellingen van deze strategie op regionaal en lokaal niveau en aangezien de strategische doelstellingen en lokale behoeften met potentieel in het veld ermee kunnen worden geconsolideerd; wijst erop dat het cohesiebeleid met zijn horizontale aard bijdraagt tot alle EU2020-doelen – intelligente, duurzame groei waarvan niemand wordt uitgesloten – en dat dit dan ook zijn weerspiegeling dient te vinden in de structuur van het meerjarig financieel kader voor na 2013; benadrukt dat de niet in EU2020, maar wel in het Verdrag van Lissabon opgenomen doelstellingen evenzeer verwezenlijkt dienen te worden en dat de verhouding tussen de doelstellingen van de EU2020-strategie en andere doelstellingen dient te worden opgehelderd; steunt het streven van de Commissie zoveel mogelijk gebruik te maken van de elkaar versterkende effecten van bestaande fondsen;