Der Hof wird vom Staatsrat gebeten zu prüfen, ob durch Artikel 34 § 2 Absatz 3 des Gesetzes vom 1. August 1985 zur Festlegung steuerrechtlicher und anderer Bestimmungen in der auf den Sachverh
alt der Streitsache anwendbaren Fassung, d.h. vor seiner Abänderung durch das
Gesetz vom 26. März 2003, ein im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehender Behandlungsunterschied zwischen dem Opfer, das als Zivilpartei aufget
reten sei oder eine direkte Ladung ve ...[+++]ranlasst habe und das die Kommission für finanzielle Hilfe zugunsten von Opfern vorsätzlicher Gewalttaten um Hilfe bitten könne, einerseits und dem Opfer, das sich für ein Zivilverfahren entschieden habe und vom Vorteil der im Gesetz vorgesehenen Hilfe ausgeschlossen sei, wenn die Strafverfolgung nicht durchgeführt worden sei, andererseits eingeführt werde.Het Hof wordt door de Raad van State verzocht om na te gaan of bij artikel 34, § 2, derde lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, zoals het van toepassing was op de feiten van het geschil, dit wil zeggen vóór de wijziging ervan bij
de wet van 26 maart 2003, geen verschil in behandeling wordt ingevoerd dat strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, tussen, enerzijds, het slachtoffer dat zich burgerlijke partij heeft gesteld of een rechtstreekse dagvaarding heeft uitgebracht, dat de Commissie voor hulp aan slachtoffe
rs van opzettelijke gewelddaden ...[+++] kan verzoeken om hulp, en, anderzijds, het slachtoffer dat gekozen heeft voor een burgerlijke procedure en dat is uitgesloten van het voordeel van de hulp waarin de wet voorziet, wanneer de strafvordering niet werd uitgeoefend.