Die Weise, auf die der Arzt sich der Urteilsfähigkeit der nicht für mündig erklärten minderjährigen Person, von der die Bitte ausgeht, vergewissern muss, wird durch Artikel 3 § 2 Nr. 7 des Gesetzes vom 28. Mai 2002, eingefügt durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes, geregelt.
De wijze waarop de arts zich moet vergewissen van de oordeelsbekwaamheid van de niet-ontvoogde minderjarige van wie het verzoek uitgaat, is geregeld bij artikel 3, § 2, 7°, van de wet van 28 mei 2002, zoals ingevoegd bij artikel 2 van de bestreden wet.