Abweichend von Unterabsatz 1 beträgt für delegierte Rechtsakte, die gemäß den in Abschnitt G Nummern 81 6a , 82 6b , 85 6c , 86 6d , 90 bis 93 6e sowie Abschnitt H Nummer 95 6f des Anhangs aufgelisteten Verordnungen erlassen wurden, die Frist für Einwände drei Monate, die auf Initiative des Europäischen Parlaments oder des Rates um drei Monate verlängert werden kann.
In afwijking van de eerste alinea bedraagt de termijn voor het maken van bezwaar tegen gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig de in de punten 81 6bis , 82 6ter , 85 6quater , 86 6quinquies en 90 t/m 93 6sexies van afdeling G en punt 95 6septies van afdeling H van de bijlage genoemde verordeningen drie maanden. Deze termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.