11. bedauert die Verurteilung von Hrant Dink am 12. Juli 2006 durch das Kassationsgericht auf der Grundlage von Artikel 301 des türkischen Strafgesetzbuches; stellt fest, dass es den Gerichten nicht gelungen ist, bei der Auslegung der Bestimmungen des Strafgesetzbuches eine positive Rechtsprechung entsprechend den geltenden Gemeinschaftsnormen einzuführen;
11. betreurt de veroordeling van Hrant Dink op 12 juli 2006 door het Hof van Cassatie op grond van artikel 301 van het Turkse wetboek van strafrecht en wijst erop dat de gerechthoven er niet in zijn geslaagd bij de interpretatie van de bepalingen in het wetboek van strafrecht een positieve jurisprudentie op te bouwen, die aansluit op de desbetreffende EU-normen;