25. vertritt die Auffassung, dass die Europäische Union und ihre Mitgliedstaaten sich nicht nur auf friedenserhaltende Missionen beschränken sollten, sondern angesichts der neuen Bedrohungen auch in der Lage sein sollten, in Einklang mit der UN-Charta friedensschaffende Operationen durchzuführen;
25. is van mening dat de EU en de lidstaten zich niet alleen moeten beperken tot missies tot behoud van de vrede maar met het oog op de nieuwe dreigingen ook in staat moeten zijn operaties tot herstel van vrede uit te voeren, en overeenkomstig het VN-Handvest;