Die Verknüpfung beider Richtlinien – und im Besonderen die vom Vorsitz unterbreiteten Vorschläge – wurde als eine tragfähige Verhandlungsbasis angesehen, um zu einer Einigung über die beiden Texte zu gelangen.
Het feit dat er een verband bestaat tussen de twee richtlijnen, en meer specifiek de voorstellen die door het voorzitterschap zijn voorgelegd, werd beschouwd als een solide en levensvatbare basis voor onderhandelingen met het oog op overeenstemming over beide richtlijnen.