Die Abschaffung des Systems der Pachtpreisbegrenzungen wurde gerechtfertigt mit der Erwägung, dass einerseits das Gesetz vom 26. Juli 1952 in der Praxis nicht angewandt wurde, und dass andererseits « eine Normalisierung » der Pachtpreise herbeigeführt werden müsse (Parl. Dok., Senat, 1964-1965, Nr. 295, S. 27).
De afschaffing van het systeem van de pachtprijsbeperkingen werd verantwoord op grond van de overweging, enerzijds, dat de wet van 26 juli 1952 in de praktijk niet werd toegepast en, anderzijds, dat « een normalisatie » van de pachtprijzen diende te worden bewerkstelligd (Parl. St., Senaat, 1964-1965, nr. 295, p. 27).