B.4. Der vorlegende Richter möchte in Erfahrung bringen, ob die fraglichen Bestimmungen gegen Artikel 4 § 3 des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und Regionen (nachstehend: das Finanzierungssondergesetz), ersetzt durch Artikel 6 des Sondergesetzes vom 13. Juli 2001 zur Refinanzierung der Gemeinschaften und Erweiterung der steuerlichen Befugnisse der Regionen, verstiessen.
B.4. De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepalingen een schending inhouden van artikel 4, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (hierna : de Bijzondere Financieringswet), zoals vervangen bij artikel 6 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten.