Aus dem Wortlaut der Vorabentscheidungsfrage und der Begründung der Vorlageentscheidung geht somit hervor, d
ass der Gerichtshof gebeten wird, den Behandlungsunterschi
ed hinsichtlich der Regelung für die Amtsbeendigung sowohl auf Verwaltungs- als auch auf Rechtsprechungsebene zwischen den Religionsinspektoren und allen anderen Inspektoren des Unterrichtswesens der Französischen Gemeinschaft zu prüfen, wenn die fragliche Bestimmung in
dem Sinne ausgelegt werde, dass ...[+++] ein Religionsinspektor, der das Vertrauen des Oberhauptes des Kultes verloren habe, dem er unterstehe, seines Amtes enthoben werden müsse, ohne dass die Französische Gemeinschaft und anschließend der Staatsrat eine Kontrolle der Begründung dieses Vertrauensverlustes ausüben könnten, und folglich ungeachtet dessen, worin diese Gründe beständen.
Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt bijgevolg dat het Hof wordt verzocht het verschil in behandeling te onderzoeken,
ten aanzien van de regeling inzake ambtsneerlegging, zowel op administratief als op ju
risdictioneel vlak, tussen de inspecteurs godsdienst en alle andere inspecteurs van het onderwijs van de Franse Gemeenschap wanneer de in het geding zijnde bepaling zo wordt geïnterpreteerd dat de inspecteur godsdienst die het vertrouwen heeft verloren van het hoofd van de ere
...[+++]dienst waartoe hij behoort, moet worden ontzet uit zijn ambt, zonder dat de Franse Gemeenschap en vervolgens de Raad van State een controle kunnen uitoefenen op de redenen van dat verlies van vertrouwen en, derhalve, ongeacht wat die redenen zijn.