8. stellt fest, dass obwohl kein Abkommen über die gegenseitige Auslieferung von straffällig gewordenen Personen erreicht worden ist, jedes künftige Abkommen zu diesem Thema gewährleisten muss, dass in beiden Gerichtsbarkeiten die Gerichtsverfahren in Einklang mit dem ICCPR stehen und dass unter keinem Umständen die Todesstrafe angewandt wird;
8. constateert dat er weliswaar geen overeenkomst is bereikt over de wederzijdse uitlevering van wetsovertreders, maar is van mening dat een toekomstige overeenkomst over deze kwestie moet garanderen dat in beide rechtsstelsels de procesvoering overeenkomstig het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten verloopt en dat onder geen beding de doodstraf mag worden voltrokken;