33. verweist auf die Vielzahl der Methoden, um das Ausmaß der horizontalen Medienkonzentration (Einschaltquoten; Anteil der Lizenzinhaber; Einnahmenaufteilung/Frequenzzuteilung und Kapitalanteil/Rundfunk), der vertikalen Integration und der "diagonalen oder gekreuzten" Konzentration in den Medien festzustellen;
33. merkt op dat de methoden voor het vaststellen van de mate van horizontale concentratie in de media (kijkcijfers, aandeel van de vergunninghouder, inkomstenaandeel/frequentiebeperking en vermogensaandeel/omroepen) en de mate van verticale integratie en "diagonale of kruis"-concentratie in de media uiteenlopen;