Das Gericht erster Instanz Brüssel befragt den Hof nach der Vereinbarkeit von Artikel 3 § 2 der Ordonnanz der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien mit den Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmung vorsehe, dass von der
Regionalsteuer der Haushaltsvorstand befreit sei, der als natürliche Person eine Berufstätigkeit als Selbständiger in der Privatwohnung ausübe, während die natürliche Person, die ihre Berufstätigkeit über eine Einmanngesellschaft in der Privatwohnung ausübe, nicht diese St
...[+++]euerbefreiung geniesse.De Rechtbank van eerste aanleg te Brussel stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 3, § 2, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, in zoverre die bepaling in een vrijst
elling van de door het gezinshoofd verschuldigde gewestbelasting voorziet voor de natuurlijke persoon die zijn beroepsactiviteit als zelfstandige uitoefent in zijn privé-woning, terwijl de natuurlijke persoon die zijn beroepsactivi
...[+++]teit via een eenpersoonsvennootschap in zijn privé-woning uitoefent, niet die vrijstelling geniet.