1. Der Präsident des Rechnungshofs kann im Rahmen des Entlastungsverfahrens oder der Arbeit des Parlaments, die sich auf den Bereich der Haushaltskontrolle bezieht, aufgefordert werden, das Wort zu ergreifen, um die im Jahresbericht oder in den Sonderberichten bzw. Stellungnahmen des Rechnungshofs enthaltenen Bemerkungen darzulegen und das Arbeitsprogramm des Rechnungshofs zu erläutern.
1. De voorzitter van de Rekenkamer kan in het kader van de kwijtingsprocedure of van activiteiten van het Parlement in verband met de begrotingscontrole, worden verzocht het woord te voeren om de opmerkingen in het jaarverslag, in speciale verslagen of in adviezen van de Rekenkamer, alsook het werkprogramma van de Rekenkamer toe te lichten.
