Dieser Grund für Schutz wird unter Bezugnahme auf zwei Kriterien festgelegt: dass die Mitglieder dieser Gruppe angeborene Merkmale gemein haben oder Merkmale teilen, die so bedeutsam für die Identität oder das Gewissen sind, dass sie nach vernünftigem Ermessen nicht geändert werden können; und dass sie von der Gesellschaft als deutlich abgegrenzte Gruppe gesehen werden.
Deze grond voor bescherming wordt gedefinieerd door twee criteria: de leden van de groep vertonen een aangeboren kenmerk of een kenmerk dat voor de identiteit of de morele integriteit dermate fundamenteel is dat van de betrokkenen niet mag worden geëist dat zij dit opgeven; en de groep wordt door de gemeenschap als een afwijkende groep beschouwd.