Vertaling van " gesamtstaatliche überschuss " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

gesamtstaatliche Organisation | nationale Organisation
landelijke nationale organisatie

gesamtstaatlicher Tarifvertrag | Landestarifvertrag | nationaler Tarifvertrag
nationale collectieve arbeidsovereenkomst

Gesamtdefizit | gesamtstaatliches Defizit | nicht bereinigtes Defizit | nominales Defizit
nominale tekort

außerordentlicher Überschuss
buitengewoon overschot

außergewöhnlicher Überschuss
uitzonderlijk batig saldo

Überschuss
overschot

Agrarüberschuss [ Agrarüberschuß | landwirtschaftlicher Überschuss ]
landbouwoverschot [ handelsoverschot in landbouwproducten | overtollige landbouwproducten ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Gestützt auf bessere Haushaltsergebnisse als im Jahr 2000 erwartet und auf die Aussichten auf eine hohe reale Steigerung der Wirtschaftsleistung geht das Stabilitätsprogramm davon aus, dass der gesamtstaatliche Haushalt 2001 und 2002 einen Überschuss von 0,5% bzw. 1,5% des BIP aufweisen wird.
Uitgaande van betere begrotingsresultaten dan verwacht in 2000 en een groeiscenario met een hoge reële productie moet het saldo van de overheid volgens de ramingen van het stabiliteitsprogramma omslaan in een overschot van 0,5% van het BBP in 2001 en 1,5% van het BBP in 2002.

Insbesondere muss der gesamtstaatliche Haushalt einer Vertragspartei ausgeglichen sein oder einen Überschuss aufweisen (Artikel 3 Absatz 1 Buchstabe a).
Meer bepaald moet de begrotingssituatie van de algemene overheid van een verdragsluitende partij in evenwicht zijn of een overschot vertonen (artikel 3, lid 1, a)).

10. stellt fest, dass die irische Wirtschaft vor dem EU-IWF-Hilfsprogramm gerade eine Banken- und Wirtschaftskrise von beispiellosem Ausmaß erlitten hatte, die im Wesentlichen auf die erheblichen Auswirkungen der „US-Subprime-Krise“ auf den irischen Finanzsektor, die verantwortungslose Risikobereitschaft irischer Banken und den weitverbreiteten Einsatz von Asset-Backed Securities zurückzuführen war; stellt ferner fest, dass dies nach der Globalgarantie und der anschließenden Bankenrettung dazu führte, dass der öffentliche Sektor keinen Zugang mehr zu den Kapitalmärkten hatte und es zu einem Rückgang des irischen BIP um 6,4 % im Jahr 2009 (1,1 % im Jahr 2010) von einem positiven Wachstum von 5 % des BIP im Jahr 2007 kam sowie zu einem Anstieg der Arbeitslosigkeit von 4,7 % im Jahr 2007 auf 13,9 % im Jahr 2010 und dazu, dass der gesamtstaatliche Haushaltssaldo aufgrund der von der irischen Regierung gewährten Hilfen für den Bankensektor ein Defizit auswies, das im Jahr 2010 seinen Höchststand von 30,6 % erreichte, nachdem 2007 noch ein Überschuss von 0,2 % erzielt wurde; weist darauf hin, dass die Bankenkrise zum Teil durch eine ungenügende Regulierung, sehr niedrige Steuersätze und einen überdimensionierten Bankensektor verursacht worden war; erkennt an, dass die privaten Verluste irischer Banken vom irischen Staat aufgefangen wurden, um einen Zusammenbruch des irischen Bankensystems zu verhindern und das Risiko einer Ansteckung des gesamten Euroraums möglichst gering zu halten, und dass die irische Regierung im Interesse der gesamten Union handelte, indem sie auf ihre Bankenkrise reagierte; stellt weiter fest, dass die irische Wirtschaft in dem Jahrzehnt vor dem Hilfsprogramm einen längeren Zeitraum mit negativen Realzinsen durchlaufen hatte;
10. merkt op dat de Ierse economie voordat het door de EU en het IMF opgezette bijstandsprogramma van start ging net een banken- en economische crisis van ongekende proporties had gekend, die grotendeels het gevolg was van de blootstelling van de Ierse financiële sector aan de Amerikaanse „subprimecrisis”, de onverantwoorde risico's die de Ierse banken namen en het wijdverbreide gebruik van effecten op onderpand van activa, waardoor, in aansluiting op de globale garantieregeling en de daaropvolgende reddingsoperatie, de overheidssector geen toegang meer kreeg tot de kapitaalmarkten, zodat het Ierse bbp in 2009 met 6,4% terugliep (en met 1,1% in 2010) – terwijl in 2007 nog een positief groeiniveau van 5% van het bbp werd opgetekend – de werkloosheid steeg van 4,7% in 2007 tot 13,9% in 2010 en het nationaal begrotingssaldo een tekort liet zien, dat in 2010 als gevolg van de steun van de Ierse regering aan de bankensector opliep tot 30,6%, terwijl er in 2007 nog een overschot van 0,2% was geweest; merkt op dat de bankencrisis deels het gevolg was van inadequate regelgeving, zeer lage belastingtarieven en een veel te omvangrijke bankensector; erkent dat de particuliere verliezen van de Ierse banken werden opgenomen in de balans van de Ierse overheid om het risico voor een ineenstorting van het Ierse bankenstelsel te voorkomen en het besmettingsgevaar voor de gehele eurozone tot een minimum te beperken, en dat de Ierse regering in het bredere belang van de Unie handelde door haar aanpak van de Ierse bankencrisis; merkt verder op dat de Ierse economie in het decennium voorafgaand aan het bijstandsprogramma te maken had met een langdurige periode van negatieve reële rentetarieven;

[7] Für 2006 wird in der Herbstprognose der Kommissionsdienststellen ein gesamtstaatlicher Überschuss von 2,5 % des BIP vorhergesagt.
[7] In de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie wordt voor 2006 een overheidstekort van 2,5% van het BBP voorspeld.

[23] Für 2006 wird in der Herbstprognose der Kommissionsdienststellen ein gesamtstaatlicher Überschuss von 2,8 % des BIP vorhergesagt (ohne das obligatorische kapitalgedeckte Pensionssystem läge dieser Wert bei 1,7 % des BIP).
[23] In de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie wordt voor 2006 een overheidsoverschot van 2,8% van het BBP voorspeld (zonder de verplichte op kapitaaldekking berustende pensioenregeling zou het overschot 1,7% van het BBP belopen).

Bei Ausgliederung des obligatorischen kapitalgedeckten Pensionssystems aus dem Sektor Staat würde sich der gesamtstaatliche Überschuss auf 2,0 % des BIP belaufen[22],[23].
Indien de verplichte op kapitaaldekking berustende pensioenregeling niet in de overheidssector was opgenomen, zou het begrotingsoverschot 2,0% van het BBP hebben bedragen[22],[23].

Der gesamtstaatliche Überschuss lag 2003 bei 3,1 % des BIP, der öffentliche Schuldenstand betrug 5,3 % des BIP.
Het overheidsoverschot bedroeg in 2003 3,1% van het BBP en de overheidsschuld beliep 5,3% van het BBP.

Der gesamtstaatliche Überschuss lag 2003 bei 0,3 % des BIP, der öffentliche Schuldenstand betrug 52,0 % des BIP.
Het overheidsoverschot bedroeg in 2003 0,3% van het BBP en de overheidsschuld beliep 52,0% van het BBP.

Der Rat stellt fest, dass trotz der Konjunkturverlangsamung im Jahr 2002 ein gesamtstaatlicher Überschuss erzielt werden dürfte; er geht davon aus, dass für die verbleibende Laufzeit des Programms weiterhin Überschüsse zu erwarten sind, was bedeutet, dass das im Stabilitäts- und Wachstumspakt vorgesehene Ziel eines in etwa ausgeglichenen oder einen Überschuss aufweisenden Haushalts erfüllt wird; nach Ansicht des Rates wird durch die Fortschritte, die die Niederlande bei der Verbesserung der gesamtstaatlichen Haushaltslage bereits erzielt haben, eine ausreichende Marge geschaffen, um die budgetären Auswirkungen normaler makroökonomischer Schwankungen ohne Überschreitung der Defizitschwelle von 3 % des BIP zu bewältigen.
De Raad stelt vast dat, ondanks de economische vertraging, voor 2002 een begrotingsoverschot wordt verwacht; de Raad neemt aan dat voor de resterende jaren van het programma nog steeds overschotten zullen worden verwacht, wat betekent dat zij in overeenstemming zullen zijn met de eis van het stabiliteits- en groeipact dat de begroting bijna in evenwicht of positief moet zijn. De Raad is van oordeel dat de vorderingen die Nederland al bij de verbetering van de algemene begrotingssituatie heeft gemaakt, voldoende ruimte opleveren om de budgettaire gevolgen van normale macro-economische fluctuaties op te vangen zonder de tekortdrempel van 3% van het BBP te overschrijden.

Der projizierte gesamtstaatliche Überschuss reicht in jedem Jahr als Sicherheitsmarge gegen eine Überschreitung des Referenzwerts von 3 % des BIP bei normalen Konjunkturschwankungen eindeutig aus.
Het verwachte overschot van de totale overheid is elk jaar duidelijk toereikend om een veiligheidsmarge te bieden die groot genoeg is om te voorkomen dat, bij normale conjunctuurschommelingen, de referentiewaarde van 3% van het BBP wordt overschreden.