Mit dieser Bestimmung wird der Grundsatz festgelegt, wonach die Bestimmung der Senatoren durch die föderierten Parlamente der Gliedstaaten « auf der Grundlage des Ergebnisses der Wahlen der Gemeinschafts- und Regionalparlamente » erfolgt (Parl. Dok., Senat, 2013-2014, Nr. 5-1720/3, S. 8).
Die bepaling vestigt het beginsel volgens hetwelk de aanwijzing van de senatoren door de parlementen van de deelentiteiten gebeurt « op grond van de uitslag van de verkiezingen van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen » (Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-1720/3, p. 8).