8. unterstreicht diesbezüglich, dass auf jeden Fall der Ständige Ausschuss für die operative Zusammenarbeit im Bereich der inneren Sicherheit (COSI) gemäß Artikel 71 AEUV, durch den Beschluss 2010/131/EU des Rates vom 25. Februar 2010
zur Einsetzung des Ständigen Ausschusses für die operative Zusammenarbeit im Bereich der inneren Sicherheit eingerichtet wurde, hinzuzuziehen ist; weist jedoch darauf hin, dass der COSI kein Gesetzgebungsgremium ist und keine legislativen oder quasi-legislativen Vorrechte besitzen sollte; ist zutief
st besorgt über das Fehlen einer ...[+++] Aufsicht durch das Europäische Parlament und die nationalen Parlamente und fordert, dass das Europäische Parlament und die nationalen Parlamente ordnungsgemäß und formgerecht über die Tätigkeiten des COSI unterrichtet werden, um so die gebotene demokratische Kontrolle ausüben zu können;
8. wijst in dat verband op het belang van betrokkenheid van het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) als genoemd in artikel 71 VWEU en als opgericht bij Besluit van de Raad 2010/131/EU van 25 februari 2010 tot oprichting van het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse v
eiligheid; vestigt echter de aandacht op het feit dat COSI geen wetgevend orgaan is en geen (quasi-) wetgevingsprerogatieven behoort te hebben; maakt zich grote zorgen over
...[+++]het gebrek aan toezicht door het Europees Parlement en nationale parlementen en verlangt dat het Europees Parlement en de nationale parlementen goed en tijdig worden geïnformeerd omtrent de activiteiten van COSI, zodat het benodigde democratische toezicht er toch is;