(3) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die Maßnahmen zur Beweissicherung auf Antrag des Antragsgegners unbeschadet etwaiger Schadensersatzforderungen aufgehoben oder auf andere Weise außer Kraft gesetzt werden, wenn der Antragstel
ler nicht innerhalb einer angemessenen Frist — die entweder von dem die Maßnahmen anordnenden Gericht fest
gelegt wird, sofern dies nach dem Recht des Mitgliedstaats zulässig ist, oder, wenn es nic
ht zu einer solchen ...[+++] Festlegung kommt, 20 Arbeitstage oder 31 Kalendertage, wobei der längere der beiden Zeiträume gilt, nicht über
schreitet – bei dem zuständigen Gericht das Verfahren einleitet, das zu einer Sachentscheidung führt.
3. De lidstaten dragen er zorg voor dat de maatregelen ter bescherming van bewijsmateriaal op verzoek van de verweerder worden herroepen of anderszins ophouden gevolg te hebben, onverminderd de schadevergoeding die kan worde
n geëist, indien de eiser niet een procedure die leidt tot een beslissing ten principale bij de bevoegde rechterlijke instanties heeft ingesteld binnen een redelijke termijn, te bepalen door de rechterlijke instantie die de maatregelen gelast wanneer
de wetgeving van de lidstaat ...[+++] zulks toestaat of, wanneer geen termijn wordt bepaald, binnen een termijn van ten hoogste 20 werkdagen of 31 kalenderdagen, naar gelang van welke van beide termijnen de langste is.