In den Leitlinien werden keinerlei ehrgeizige Ziele für die Armutsbekämpfung formuliert und gerade dadurch, dass die Armut bekämpft wird, müssen beschäftigungs- und ausbildungspolitische Maßnahmen ergriffen werden, die sich an die sozial schwachen Gruppen wenden, die von extremer Armut bedroht sind, wie zum Beispiel junge Mütter oder ältere Personen mit kleinen Renten sowie Behinderte.
De richtsnoeren bevorderen geen ambitieuze doelstellingen voor het bestrijden van armoede en voor armoedebestrijding, werkgelegenheid en onderwijs moeten beleidsmaatregelen worden genomen die gericht zijn op de meest kwetsbare groepen, die te maken hebben met extreme armoede, zoals alleenstaande moeders, ouderen met een klein pensioen en mensen met een handicap.
