Vertaling van " 10 februar 2014 vorgesehen " (Duits → Nederlands) :

Die neuen Mitgliedstaaten, die die Regelung für die einheitliche Flächenzahlung anwenden, können bis zum 1. August 2009, bis zum 1. August 2010, bis zum 1. August 2011,bis zum 1. September 2012 oder bis zum 1. Februar 2014 beschließen, ab dem auf diesen Beschluss folgenden Jahr oder im Falle eines bis zum 1. Februar 2014 getroffenen Beschlusses ab dem Jahr 2014 bis zu 10 % ihrer nationalen Obergrenzen gemäß Artikel 40 zu verwenden, um Betriebsinhabern gemäß Artikel 68 Absatz 1 und im Einklang mit Titel III Kapitel 5 eine Stützung zu gewähren, wie diese jeweils auf sie anwendbar ist".
De nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, kunnen uiterlijk op 1 augustus 2009, op 1 augustus 2010, op 1 augustus 2011, op 1 september 2012 of op 1 februari 2014 besluiten om met ingang van het jaar na dat besluit of, in het geval van een uiterlijk op 1 februari 2014 genomen besluit, met ingang van 2014, ten hoogste 10 % van hun in artikel 40 bedoelde nationale maxima te gebruiken om de in artikel 68, lid 1, bedoelde steun aan landbouwers toe te kennen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 5, naar gelang van het geval".

Standpunkt des Europäischen Parlaments vom 25. Februar 2014 (noch nicht im Amtsblatt veröffentlicht) und Beschluss des Rates vom 10. März 2014.
Standpunt van het Europees Parlement van 25 februari 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 maart 2014

I. in der Erwägung, dass die Genf-II-Konferenz zu Syrien vom Generalsekretär der Vereinten Nationen am 22. Januar 2014 eröffnet wurde und dass ihr Ziel darin besteht, eine politische Beilegung des Konflikts durch eine umfassende Einigung zwischen der syrischen Regierung und der Opposition zur vollständigen Umsetzung des Kommuniqués von Genf zu erreichen, in dem die Schaffung einer Übergangsregierung gefordert wurde, aus der die Abhaltung von Wahlen resultieren sollte; in der Erwägung, dass die konstruktive Beteiligung aller maßgeblichen Akteure im Friedensprozess für die Herbeiführung einer dauerhaften politischen Lösung von entscheidender Bedeutung ist; in der Erwägung, dass die Vollversammlung der Nationalen Koalition der Kräfte der syrischen Revolution und Opposition am 18. Januar 2014 beschlossen hat, die Einladung zur Beteiligung an diesem Prozess anzunehmen, dass aber mehrere aufständische Gruppen nicht vertreten waren; in der Erwägung, dass der Iran zu der Konferenz in der Schweiz eingeladen wurde und später ausgeladen wurde; in der Erwägung, dass die Verhandlungen am 31. Januar 2014 unterbrochen wurden und eine weitere Verhandlungsrunde für den 10. Februar 2014 vorgesehen ist; in der Erwägung, dass die Kampfhandlungen noch während der Genf-II-Gespräche weitergehen;
I. overwegende dat de Syriëconferentie (Genève II) op 22 januari 2014 door de secretaris-generaal van de VN is geopend met als doel een politieke oplossing voor het conflict te vinden door middel van een alomvattend akkoord tussen de Syrische regering en de oppositie over de volledige uitvoering van het communiqué van Genève, waarin werd opgeroepen tot de vorming van een overgangsregering die uiteindelijk verkiezingen moet organiseren; overwegende dat de constructieve deelname van alle relevante actoren in het vredesproces van cruciaal belang is om tot een blijvende politieke oplossing te komen; overwegende dat de Algemene Vergadering van de Syrische coalitie van revolutionaire en oppositiekrachten op 18 januari 2014 besloten heeft de uitnodiging te aanvaarden om zich aan te sluiten bij dit proces, maar dat verschillende rebellengroeperingen niet vertegenwoordigd waren; overwegende dat Iran eerst was uitgenodigd maar vervolgens werd geschrapt van de lijst met genodigden voor de conferentie in Zwitserland; overwegende dat de onderhandelingen op 31 januari 2014 werden opgeschort en de volgende overlegronde gepland is voor 10 februari 2014; overwegende dat de gevechten aanhielden tijdens de conferentie van Genève II;

E. in der Erwägung, dass der Genf-II-Prozess auf erheblichen Anstrengungen der internationalen Gemeinschaft beruht; in der Erwägung, dass Vertrauen schaffende Maßnahmen – mit örtlichen Waffenstillständen, der Freilassung oder dem Austausch von Gefangenen und der Erleichterung humanitärer Hilfe – wesentliches Element dieses Prozesses sind; in der Erwägung, dass die Vollversammlung der Nationalen Koalition der Kräfte der syrischen Revolution und Opposition am 18. Januar 2014 beschlossen hat, die Einladung zur Beteiligung an diesem Prozess anzunehmen; in der Erwägung, dass der Iran zu der Konferenz in der Schweiz eingeladen wurde und später ausgeladen wurde; in der Erwägung, dass die Verhandlungen am 31. Januar 2014 unterbrochen wurden und eine weitere Verhandlungsrunde für den 10. Februar 2014 vorgesehen ist;
E. overwegende dat het Genève II-proces het resultaat is van aanzienlijke inspanningen van de internationale gemeenschap; overwegende dat het wekken van vertrouwen, bijvoorbeeld door middel van plaatselijke staakt-het-vuren, het vrijlaten of uitwisselen van gevangenen en het vergemakkelijken van de levering van humanitaire hulp, een belangrijk element van dit proces vormt; overwegende dat de Algemene Vergadering van de Syrische coalitie van revolutionaire en oppositiekrachten op 18 januari 2014 besloten heeft de uitnodiging te aanvaarden om zich aan te sluiten bij dit proces; overwegende dat Iran eerst was uitgenodigd maar vervolgens werd geschrapt van de lijst met genodigden voor de conferentie in Zwitserland; overwegende dat de onderhandelingen op 31 januari 2014 werden opgeschort en de volgende overlegronde gepland is voor 10 februari 2014;

G. in der Erwägung, dass dem gestürzten Präsidenten Mursi vier gesonderte Strafverfahren bevorstehen, von denen drei seine Amtszeit betreffen; in der Erwägung, dass das erste Verfahren am 4. November 2013 eröffnet wurde und die Wiederaufnahme für den 1. Februar 2014 vorgesehen war; in der Erwägung, dass die Rechtsanwälte der Muslimbruderschaft am 20. Dezember 2013 im Namen des gestürzten Präsidenten Mursi eine förmliche Beschwerde beim Internationalen Strafgerichtshof (IStGH) eingereicht haben;
G. overwegende dat er vier afzonderlijke rechtszaken tegen de afgezette president Morsi zijn aangespannen, waarvan er drie betrekking hebben op zijn ambtstermijn; overwegende dat de eerste rechtszaak op 4 november 2013 is geopend en dat er een nieuwe zitting is gepland op 1 februari 2014; overwegende dat op 20 december 2013 advocaten van de Moslimbroederschap namens de afgezette president Morsi een officiële klacht bij het Internationaal Strafhof hebben ingediend;

P. in der Erwägung, dass dem gestürzten Präsidenten Mursi vier gesonderte Strafverfahren bevorstehen, von denen drei seine Amtszeit betreffen; in der Erwägung, dass das erste Verfahren am 4. November 2013 eröffnet wurde und die Wiederaufnahme für den 1. Februar 2014 vorgesehen war; in der Erwägung, dass die Rechtsanwälte der Muslimbruderschaft am 20. Dezember 2013 im Namen des gestürzten Präsidenten Mursi eine förmliche Beschwerde beim Internationalen Strafgerichtshof (IStGH) eingereicht haben;
P. overwegende dat er vier afzonderlijke rechtszaken tegen de afgezette president Morsi zijn aangespannen, waarvan er drie betrekking hebben op zijn ambtstermijn; overwegende dat de eerste rechtszaak op 4 november 2013 is geopend en dat er een nieuwe zitting is gepland op 1 februari 2014; overwegende dat op 20 december 2013 advocaten van de Moslimbroederschap namens de afgezette president Morsi een officiële klacht bij het Internationaal Strafhof hebben ingediend;

Standpunkt des Europäischen Parlaments vom 25. Februar 2014 (noch nicht im Amtsblatt veröffentlicht) und Beschluss des Rates vom 10. März 2014.
Standpunt van het Europees Parlement van 25 februari 2014 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 10 maart 2014.

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32014D0075 - EN - Beschluss 2014/75/GASP des Rates vom 10. Februar 2014 über das Institut der Europäischen Union für Sicherheitsstudien - BESCHLUSS - DES RATES // vom 10. Februar 2014
EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32014D0075 - EN - Besluit 2014/75/GBVB van de Raad van 10 februari 2014 betreffende het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie - BESLUIT - VAN DE RAAD // van 10 februari 2014

Beschluss 2014/75/GASP des Rates vom 10. Februar 2014 über das Institut der Europäischen Union für Sicherheitsstudien
Besluit 2014/75/GBVB van de Raad van 10 februari 2014 betreffende het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.